18 FEBRUARI 1993 59 36. BESTEMMINGSPLAN STADSSCHOUWBURG. De heer GOOS Het is zeker niet mijn bedoeling en ik spreek hier namens de CD A-fractie, ik hoop dat u dat duidelijk zal zijn, om de schouwburgplannen inhoudelijk nog te bespreken. Ik denk dat collega-commissieleden zowel in Financiën als in Cultuur dit meer dan uitvoerig hebben gedaan. Het gaat nu meer om de invulling en dat is een ruimtelijk ordeningsaspect, de plek waar de nieuwe schouwburg wordt voorzien. Meerdere locaties zijn onderzocht en deze is het geworden. De invulling gebeurt trouwens met een zogenaamd postzegelplan. De reden waarom hiervoor is gekozen is voor ons wel duidelijk geworden maar en wij hebben natuurlijk ook die vraag weer, het is natuurlijk jammer dat dit moet gebeuren via een postzegelplan. Het ware beter geweest dat dit onderdeel zou zijn opgenomen in een totaalplan van het totale Chasséterrein. Ik denk ook dat ik mijn vraag die ik heb gesteld in de commissie toch duidelijk wil herhalen: kunt u toezeggingen doen omtrent het tijdspad wanneer we een totaalplan tegemoet kunnen zien? Het is niet alleen belangrijk voor de schouwburg maar ik denk dat meerdere zaken hierbij spelen en er zijn er meer die daar echt op staan te wachten. Een nieuwe schouwburg zal natuurlijk verkeersaantrekkend zijn. Ik denk dat dat ook een goede zaak is. Een schouwburg die niet verkeersaantrekkend is, is een hele slechte zaak. U hebt in de commissie toezeggingen gedaan op vragen die wij daaromtrent hebben gesteld. We hebben gezegd: besteed aandacht aan de fietser, besteed aandacht aan het openbaar vervoer. Natuur lijk, we zijn dicht bij de centrale bushalte maar ik denk dat het goed is dat er, zeker in die uren wanneer het meeste publiek wordt verwacht bij de schouwburg, een goede dienstregeling moet zijn van en naar de schouwburg. Op een van de vragen die ook nog zijn gesteld in de commissie en ik hoop dat u nu het antwoord wel klaar hebt, betreffende de onzekerheid die er nog steeds is van de eigendomsverwerving hebt u gezegd dat er gesprekken worden gevoerd. Ja allicht, ik denk dat het goed is dat er gesprekken tot nu toe zijn gevoerd, maar hoe staat het er nu echt mee? Kunt u ons op de vraag die we stellen het antwoord geven? Bent u nu rond met de onderhandelingen of hoe lang wordt het nog wachten? Ik heb in het begin gezegd dat het niet de bedoeling was om over de schouwburg lang te spreken. Ik wil het dan ook in eerste instantie hierbij laten omdat het voor onze fractie heel duidelijk is dat hier de nieuwe schouwburg moet komen want de plek van de oude schouwburg en ik hoef niet daarop terug te komen, is een hele duidelijke situatie waarom het daar voor de toekomst niet zal kunnen worden gehandhaafd en we zien heel graag uit naar de start van deze nieuwe. De heer VAN DE STEENOVEN Het zal duidelijk zijn dat mijn fractie wat meer moeite met dit voorstel heeft gehad dan de fractie namens wie de heer Goos daarnet sprak. Op zichzelf is het zo dat het plan zoals dat nu voor ons ligt een consequentie is van het raadsbesluit zoals dat 22 oktober jongstleden is genomen. Wij hebben toen bij die behandeling ook gezegd dat de locatie tussen het Stadskan toor en de Kloosterkazerne op zich een goede locatie is voor een schouwburg. Aan de andere kant moeten we toch ook vaststellen dat dit postzegelplan zoals het nu voor ons ligt heel specifiek is toegesneden op het bouwplan voor een groot complex waar mijn fractie op tegen was. In de commissie hebben we uitvoerig erover gesproken en ik heb het plan mee terugge nomen naar de fractie. Daar had ik twee redenen voor. Op de eerste plaats onduidelijkheden over financiële aspecten en ook omdat ik in mijn fractie nog eens de vele bezwaren die zijn ingediend tegen dit plan wilde doorspreken. Wat betreft de financiële aspecten: er was onduidelijkheid met betrekking tot de grondexploitatie. Om dat maar eens heel scherp te formuleren: in hoeverre was de opbrengst van de verkoop van het deel van de Kloosterkazerne dat niet direct voor de schouwburg wordt gebruikt, niet twee keer meegeteld in het dekkings- verhaal? Dat was de concrete vraag. Ik moet u zeggen dat het briefje dat ik als antwoord op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 59