18 FEBRUARI 1993
aan mijn opmerkingen had willen geven en daartegen wil ik toch even protesteren. Wij zijn
het in grote lijnen met het bestemmingsplan eens. Op één punt wil ik ingaan en dat is nu nog
het parkeren. Er wordt straks binnen de singels een betaald parkeerregime ingevoerd volgens
de besluiten die wij hebben genomen in het Structuurplan Binnenstad. Dat betaald parkeer
regime wordt uitgewerkt in een beleidsnota Parkeren. Dat uitwerken wordt geformuleerd en in
parkeerkwantiteiten uitgewerkt, zo staat het letterlijk in het bestemmingsplan. Nu geeft het
bestemmingsplan een paar passages verder aan dat bij normaal gebruik circa 500 parkeerplaat
sen voldoende zijn en nu moet u goed luisteren: als de gehele capaciteit van de schouwburg
wordt benut. Dat betekent: de grote zaal voor 2.200 mensen, nog andere zalen en allerlei
andere faciliteiten erbij. Ik denk dat wij elkaar dan niet goed hebben begrepen in de commis
sie. Ik heb namelijk gevraagd waarop dat aantal is gebaseerd en wat ik toen hoorde in de
beantwoording was dat dat op het aangescherpte S.V.V.-beleid is. De VVD-fractie heeft daar
toevallig veel bezwaren tegen. Wij hebben namelijk onlangs nog geld uitgetrokken om de
behoefte aan parkeercapaciteit te onderzoeken en daarop ons beleid af te stemmen. Dan vind
ik dat je op de resultaten daarvan niet vooruit mag lopen en dan niet mag zeggen: wij zeggen
nu dat er 500 plaatsen nodig zijn, want dat betekent als je alleen al de zaal neemt, dat je per
auto vier man in één auto moet stoppen. U weet heel goed dat dat niet werkt. Wij houden
onverkort vast aan de parkeergarage op het Chasséveld, ook al is deze nu wel erg vertraagd.
Er is voorts nog een niet correcte passage in de tekst van het bestemmingsplan op bladzijde
14: "niet openbaar toegankelijk" zou mijns inziens moeten zijn: "op kantoortijden niet
openbaar toegankelijk". Het gaat hier dan over het parkeerterrein van het Stadskantoor.
De heer VAN GURP
Ik denk dat de voorgaande sprekers al heel helder hebben aangegeven wat de kernpunten van
de discussie zijn geweest met betrekking tot dit raadsvoorstel. Dat het kan verkeren blijkt
vanavond maar weer, want ik zal me nog moeten gaan aansluiten bij een grote tegenstander
van de schouwburg, de PvdA, waar het gaat om het bestemmingsplan. Het is al gezegd: de
kern is natuurlijk dat er hier een postzegelplan aan de orde is en iedereen, ook wij, had liever
een integraal bestemmingsplan gezien, maar en daarin heeft de heer Van de Steenoven gelijk,
in het structuurplan voor de binnenstad is in ieder geval al in belangrijke lijnen aangegeven
hoe het er daar moet gaan uitzien en bovendien is het nog eens zo dat er natuurlijk ook een
locatiekeuze is geweest. Wat dat betreft denk ik dat het feit dat er hier sprake is van een
postzegelplan niet zo heel erg is en dan met name ook omdat we nu in ieder geval weten wat
voor gebouw er gaat komen. Dat is een prachtig gebouw en ik denk alleen maar dat dat ons
een verplichting oplegt om voor de rest van het gebied ook een ontzettend goed kwalitatief
plan te ontwikkelen. Dus daar wil ik u en onszelf in ieder geval graag aan houden. Ik had nog
één concreet punt dat uit de commissie is blijven liggen. Ik had bezwaar gemaakt tegen de
formulering zoals die is weergegeven op pagina 7 van het raadsvoorstel onder punt d waarin
naar aanleiding van de bezwaarmakers van de Wilhelminasingel, die hebben aangekondigd
planschade te zullen gaan indienen, wordt gezegd dat de zichthinder en de aantasting van het
woonmilieu over deze afstand slechts als gering kunnen worden aangemerkt. Met het feit dat
je hier aangeeft dat er in geringe mate sprake van is, geef je dus eigenlijk al iets weg en zeg je
dat er sprake is van hinder. Ik ben van mening dat er geen sprake is van hinder, integendeel.
Ik zou u dan ook willen vragen om deze passage alsnog aan te passen.
De heer GARRITSEN
We praten hier over het bestemmingsplan dat we nu vaststellen en in feite niet over: moet de
schouwburg worden gebouwd ja of neen. Alleen, ik heb het in de commissie ook al aange
geven, aan de ene kant zit je daar wel mee in de richting van de bewoners. Voor het eerst
hebben ze officieel bezwaar kunnen indienen tegen het plan. Vóór de besluitvorming van de
61