18 FEBRUARI 1993 69 einden zijn in het verhaal. Ik had nog een vraag over de archeologie. De wethouder Cultuur heeft gezegd dat minimaal drie maanden nodig zijn, dat is absoluut het minimum. Nu blijkt dat het weer minder is en mijn vraag is: hoe wordt het opgelost en wat is het standpunt van de stadsarcheoloog, hoe kan hij dat dan inpassen want de termijn wordt toch weer veel krapper. Dan nog even een vraag over de procedures. De artikel 19 die we straks willen starten: kunt u uitleggen hoe daarover nu verder door de provincie gedacht gaat worden vooruitlopend op de vaststelling van dit postzegelplannetje, want u gaat ervan uit dat de artikel 19 dan wordt verleend maar het blijkt ook uit de kranten en anderszins dat het toch misschien iets minder makkelijk gaat, of moeten wij toch wachten tot dit postzegelplan door de provincie is vastge steld want dat betekent dat we in feite toch qua tijd niet uitkomen. Uw mensen hebben gezegd dat met de bouwvergunning ook de hinderwetvergunning gelijktijdig ter visie zou moeten liggen en u zegt daarbij dat dit vanaf 1 maart wettelijk is verplicht. Kunt u aangeven hoe op dit moment de verplichtingen liggen ten aanzien van de koppeling van die twee wetten? De heer RöMKENS De heer GARRITSEN Ik vraag het aan het college, maar het kan zijn dat u er nog half in zit, ik weet het niet. De VOORZITTER Wethouder Koekkoek. De heer RöMKENS Voorzitter, de heer Garritsen breekt me de bek open. De VOORZITTER Vertelt u eens. De heer RöMKENS Mijnheer Garritsen, ik reageerde zoals u vaak mompelend reageert, alleen u doet het in mijn nek blazend, ik doe het publiekelijk. Als op 1 maart iets ingaat dan zegt de logica dat het nü niet is ingegaan. Zo simpel is dat 1 1 2, daarvoor hoef je geen lid van het college te zijn, daarvoor moet u gewoon logisch kunnen denken. De heer GARRITSEN Het gaat er mij om hoe nü de regelgeving daarover is. Wethouder KOEKKOEK In de richting van de heer Goos: ik zeg u namens het college echt niet toe dat dat bestem mingsplan er voor de vakantie is zeker nu u al aangeeft, want dat wist ik nog niet, dat de vakanties weer zo vroeg vallen. Dan halen we het helemaal niet. Het is een globale planning, mijnheer Goos, rond de zomervakantie, daaraan wil ik me graag houden. In de richting van de heer Van de Steenoven: we zullen er alles aan doen om de aanpalende voorzieningen zowel met betrekking tot de fiets als tot het openbaar vervoer op tijd gereed te hebben. Dat wil ik u in ieder geval namens het college toezeggen. Daarvoor zullen wij ons uiterste best doen. In de richting van mevrouw Van Bergen: u heeft het over een onderzoek maar laten we elkaar goed begrijpen, het college heeft al een onderzoek laten doen naar het parkeren, dat was een mobiliteitsonderzoek. Er is een aantal scenario's uit gekomen, er zijn er twee gekozen: 500 en 1.500 auto's erbij. De vraag is nu alleen gesteld: wilt u dat vertalen in parkeerbeleid, dat doet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 69