18 FEBRUARI 1993 79 De heer ADANK Mag ik nog even, voorzitter? Dan zitten wij uitstekend op één lijn. Dan lijkt het toch logischer om de afslagen bij de Claudius Prinsenlaan en bij de Graaf Hendrik III laan tot twee rijstroken uit te breiden, zodat de druk op het middengedeelte vermindert en de ontsluiting naar het centrum, waar het uiteindelijk om te doen is, middels vier rijstroken naar het centrum, want daar gaat het uiteindelijk om, met gescheiden fietspaden vormt een uitstekende oplossing voor de verkeersproblematiek van het middentraject. De VOORZITTER U schijnt de heer Van Gurp niet te overtuigen. De heer GARRITSEN De Zuidelijke Rondweg, de heer Van Dongen gaf het al aan, is een heel lang verhaal. Om het duidelijk te maken van onze kant en van mijn kant: ik heb zelf de oplossingen nooit echt gezien die jaren geleden al zijn uitgedacht en die nu voor een deel werkelijkheid zijn gewor den om een omleiding aan te leggen en op het moment dat je dat doet eigenlijk nog geen antwoord te hebben op: hoe richt je dan de Zuidelijke Rondweg in en wat doe je dan? Dat is in feite steeds een grote handicap geweest: de omleiding is aangelegd en het probleem is nog steeds niet opgelost. Op het moment dat je een omleiding aanlegt vind ik, als je daartoe het besluit neemt datje eigenlijk ook al een plan moet hebben klaar liggen dat we die weg zó gaan inrichten. Met name vanuit milieugroepen is toen al eens op het volgende aangedrongen: ga drie kilometer de weg ondertunnelen, dan heb je inderdaad het doorgaand verkeer echt de stad uit en dan kan er geen kruising meer bij de Claudius Prinsenlaan zijn en bij de Fatimastraat, want dan zul je moeten ondertunnelen. Daar is niet voor gekozen vanwege financiële motieven met name en ook technisch was het moeilijk, maar kijkend naar andere steden waar die mogelijkheden wel zijn gerealiseerd denk ik dat het echt de moeite waard was geweest om daar echt eens naar te kijken. Het idee dat veel fracties hadden, het is vanavond ook naar voren gebracht, was dat de inrichting toch eigenlijk niet datgene is wat we ervan verwachtten. Ook van onze kant uit hadden we zoiets van: als je hem dan herinricht dan zou het een stadsweg moeten worden met een heel ander karakter. Met name ook wat betreft het idee dat die tunnelbak blijft bestaan denk ik: als we bij de besluitvorming over de Rijksweg 58 toen hadden medegedeeld dat die tunnelbak gewoon bleef zitten, dan had ik willen weten hoe dan de discussie over de omleiding was afgelopen. Nu we er eenmaal mee zitten denk ik datje op een aantal punten niet anders kunt. Op een paar zaken wil ik toch ingaan, met name op de discussie die ook anderen hebben gevoerd dat je in feite niet kunt zeggen: wij kijken alleen naar de Zuidelijke Rondweg, je moet in feite naar de hele hoofdwegenstructuur kijken. Daar is dit een onderdeel van en met name door een aantal fracties zijn ook de knelpunten op andere wegen van de hoofdwegenstructuur genoemd. Ik zou de wethouder, het college het volgende willen vragen. Wij hebben de hoofdwegenstructuur al enige tijd geleden vastgesteld. Op pagina 5 staat dat het college opdracht heeft gegeven aan de dienst Openbare Werken om de knelpunten, de zogenaamde aandachtsgebieden, verder te ontwikkelen. Het ging dan over de spoorzoneweg, dan ging het over de Zuidelijke Rondweg gelegen tussen de Fatimastraat en de Claudius Prinsenlaan, waarover we dan nu praten en de Beverweg. Ik zou u willen vragen hoever die uitwerking, hoever die opdracht van het college op dit moment is gerealiseerd, wantje zit met het probleem en die discussie hebben we al eerder gehad: als je maximaal gaat knijpen, ik noem maar op het middendeel van de Zuidelijke Rondweg, we hebben eens zo'n model knip gehad, een aantal mensen uit de commissie Ruimtelijke Ordening wel bekend, dan betekent dat een gigantische verschuiving richting Beverweg, wat je ook absoluut niet kunt maken en daar zijn de knelpunten ook heel groot. Ik denk dat we, toen we die hoofdwegen structuur hebben vastgesteld, misschien best een richting hebben aangegeven maar er had

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 79