29 MAART 1994 127 liggen er nog genoeg problemen. Het ontwerp-bestemmingsplan is door de raad nog niet vastgesteld. Op grond daarvan willen wij de aantekening dat we ten aanzien van Zandberg-Ginneken, daar gaat het met name om de bebouwing van de kloostertuin die erin zit, om maar iets te noemen, en dat geldt ook voor de Haagse Beemden, de invulling van een aantal groenstroken met woningen waarover nog wat discussie is, op dit moment geen toestemming geven om dat via een voorbe- reidingbesluit en een artikel 19 te doen. Akkoordmet de aantekening dat de fractie van Groen Links geacht wil worden tegen de onderdelen betreffende Zandberg-Ginneken en Haagse Beemden te hebben gestemd. 69. HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN KREDIET AD 6.470.000,- IN VERBAND MET DE INVULLING VAN DE TOTALE JAARSCHIJF 1994 VAN HET RIOOLBEHEERPLAN EN HET RESERVEREN VAN EEN BEDRAG VAN 2.530.000,- VOOR HET VERNIEUWEN VAN DE RIOLERING IN 1994 IN DIVERSE STRATEN VAN HET HISTORISCH STADSHART VAN BREDA. Akkoord. 70. HERINRICHTING OPENBARE RUIMTE VAN HET HISTORISCH STADSHART VAN BREDA. De heer AD ANK Dit is een voorstel waarmee de CD A-fractie met wat extra ondersteunende woorden akkoord gaat, immers een lange weg naar de vaststelling van het Structuurplan Binnenstad is gegaan om tot een eerste ingrijpende aanpak van ons historisch stadshart te komen. Wij hopen, en ik houd het verder kort, wat dat betreft dat de Grote Markt en het Kasteelplein, de eerste aanzetten liggen daarvoor op tafel heb ik begrepen, zeer snel zullen volgen, omdat ze toch in dezen ook van groot belang zijn. We hebben het al eerder geconstateerd in de commissie, er is hard gewerkt op alle fronten en dat is zowel naar de gemeentemedewerkers, als de ondernemers en het college in ieder geval een compliment waard. Dat willen we hier nog een keer in de plenaire raad uitdrukkelijk vermelden. Wij zijn ervan overtuigd dat de stap die wordt gezet zijn doel niet zal missen, een meer dan uitbundige voorjaarsschoonmaak die voor vele jaren wonen, werken, winkelen en ontspannen in de binnenstad weer aantrekkelijk moet maken. Wij denken dat dat wel lukt als u tenminste doorgaat. Ik heb u daarover ook een compliment gemaakt in de commissie in de afgelopen periode, dat in ieder geval deze integrale aanpak vruchten begint af te werpen. Er is tussen de verschillende diensten in goed overleg met alle betrokkenen gezamenlijk een aantal maanden opgetrokken en dat is winstgevend. Dat is het sterke punt ook van dit voorstel: het gelijk optrekken van alle betrokkenen, het college en de raad. Ik denk dat we dat steuntje in de rug nodig zullen hebben, als we alleen nog maar kijken naar bijvoorbeeld het Valkenberg, de Wilhelminabrug met alle problemen die daarbij ook zeker in de fysieke sfeer te pas komen voor de ondernemers, ik denk aan de oost-westflank en de ontwikkelingen in het Chasséterrein, het MAB/V&D-verhaal, enzovoorts enzovoorts. Als dan ook de halve binnenstad nog eens op de schop wordt genomen denk ik dat er veel wordt gevraagd en dat een stukje solidariteit vaak op zijn plaats zal zijn om het een en ander tot een goed eind te brengen, hoewel we bij een aantal zaken die ik zojuist noemde nog niet tot besluitvorming zijn gekomen. Een praktisch punt: ik heb dat niet in de commissie vermeld maar ik wil dat hier in de raad wel doen, het is een voorstel dat onze instemming heeft, zeker beleidsmatig, maar ook in uitvoerende zin, een voorstel dat breed wordt gedragen. We hebben dat eigenlijk ook letterlijk bedoeld, in de zin van: we willen eigenlijk een toezegging min of meer van u dat bij deopdrachtverstrekkingnadrukkelijkhet Bredaas enhet regionale bedrijfsleven wordt uitgenodigd een offerte uit te brengen, teneinde ook werkgelegenheidsaspecten in de aandacht te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 127