27 JANUARI 1994
De VOORZITTER
Neen, we spreken wel namens het college, alleen achteraf snijden we iemand de oren af, maar
dat is iets anders. Maar staatsrechtelijk blijven we verantwoordelijk. Heeft de heer De Bruijn
nog behoefte om het goed verwoorde betoog van zijn college te onderschrijven?
Wethouder DE BRUIJN
Ik kan alleen maar aansluiten bij datgene wat ik gezegd heb in de commissie. Het verhuizen is
alleen aan de orde als er op vrijwillige basis kan worden meegewerkt en als er bereidheid bestaat
bij degene met wie er wordt gepraat, anders niet.
De heer SCHRöDER
Kortom, het is geen weigeringsgrond. Ja of nee.
Wethouder DE BRUIJN
Dat klopt. Ja, het is geen weiger ingsgrond.
Mevrouw BROSKY-WESTDORP
Ik dank de portefeuillehouder voor de reactie en de toezegging op het terrein van de besluitvorming
op de aanvrage, maar ik heb niets gehoord over de voorlichting, of die tijdig en uitgebreid zal
zijn.
Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX
Wij zeggen ook niet dat een regionaal bureau zal en moet. Waar het ons meer om gaat is het
feit om zoveel mogelijk financiën te hebben, om zoveel mogelijk mensen te kunnen bedienen
en daarom zou het fijn zijn wanneer je administratief, maar ook financieel de zaken bijelkaar
voegde en in dat kader heb ik eigenlijk ook het veertigduizend-getal genoemd. Want als mensen
dat niet vrijwillig doen, dan vind ik het een goed idee dat je dan zelfs op zo'n grond, gewoon
bij iets kunt worden betrokken. En dat vond ik een bijzonder goede uitspraak van de V.N.G.
Wethouder VAN RAAK
Mevrouw Brosky, voor de voorlichting hebben we, maar dat heeft u in het communicatieplan
al gezien, een drietal trajecten. De interne voorlichting is rond, althans onze eigen toekomstige
beleidsambtenaar, onze eigen uitvoeringsorganisatie is door middel van info's, door middel van
instructies, door middel van opleidingstrajecten voorbereid op deze zaak. Afronding daarvan
vindt de komende maand plaats. We hebben de voorlichting richting intermediairen al gestart.
Dat betekent dat alle verordeningen, alle gesprekken, alle krantjes en noem maar op, na
vaststelling, naar de intermediairen kunnen gaan. Ook richting publiek zijn we van plan, maar
dat stond ook in het communicatieplan, om een brochure, om een krantje te gaan schrijven of
te gaan maken. Dat vindt komende maanden plaats. De landelijke voorlichtingscampagne start
pas per 1 april. Dat is een beetje laat, maar wij moeten daarvoor zitten. Dat is heel simpel. We
gaan ook artikelen plaatsen in brochures waarmee we de mensen van 55+ kunnen benaderen.
Allerlei perspublicaties hebben wij klaar liggen, worden klaargemaakt om die voorlichting te
realiseren. Mevrouw Van Beusekom, wat betrefthet regionaal bureau het volgende. Ik onderschrijf
natuurlijk een regionale samenwerking. Ik denk dat er heel wat mogelijkheden zijn. We hebben
al gesproken over een regionaal depot: regionale inkoop, regionaal beheer, regionale herstelsi
tuaties, dat soort zaken. We kunnen gemakkelijk met hetzelfde doelmerk kosten besparen om
zoveel mogelijk geld beschikbaar te stellen voor de gehandicapten. We kunnen met die 21
gemeenten of op nog grotere schaal, eventueel met het streekgewest, heel gemakkelijk afspraken
maken. Want zodra dat gewin te behalen valt, denk ik dat geen enkele gemeente daar afkerig
van is.
11