29 MAART 1994 154 2. het college uitte nodigen om hiermee bij de verdere ontwikkeling van het Chasséterrein rekening te houden; en gaat over tot de orde van de vergadering. De VOORZITTER De fractie van Groen Links heeft een drietal moties ingediend, die door voldoende leden zijn ondertekend. Dat betekent dat die moties kunnen worden vermenigvuldigd, worden rondgedeeld en ze maken daarmee onderdeel uit van de beraadslagingen. Ik zal, nadat wethouder Van Dongen is ingegaan op een aantal vragen dat rond het Chasséterrein is gerezen, antwoord geven aan de heer Van Gurp over de vragen die hij heeft gesteld over het Asielzoekerscentrum. De loco burgemeester zal even de leiding van de vergadering overnemen. Wethouder VAN DONGEN De reacties van de heer Goos, de heer Bokkelkamp, de heer Van de Steenoven en de heer Van Gurp gingen vooral over de exploitatieopzet wat we daar willen bereiken in verhouding tot de kwaliteit op grond van het Structuurplan voor de Binnenstad en de woningdifferentiatie die daarin een rol speelt. Op de reactie van de heer Garritsen kom ik nog apart terug, omdat hij blijkbaar niet kan of nog steeds niet wil lezen. Ten aanzien van het plan en dat is hier ook door de heer Van Gurp nogmaals gesteld, het volgende. We hebben een Structuurplan voor de Binnenstad vastgesteld met een aantal randvoorwaarden voor de ontwikkeling van dit terrein vanwege de behoefte in de stad, in de eerste plaats vanwege de ligging van dit terrein in de binnenstad in relatie met het historisch stadshart en de geledingszone naar de verdere buitenwijken, als je bij het Chasséterrein al van buitenwijken mag praten. Juist die waardevolle ligging, juist die randvoorwaarden hebben geleid tot het ontwerp zoals dat nu voorligt, het programma van eisen en alle plannen die daaronder lagen, de uitgangspunten voor het bestemmingsplan, de verdere planprocedure en de afspraken die we daarover hebben gemaakt, ook in relatie tot de woningbouwdifferentiatie, ook in relatie tot de grondexploitatie. Het gaat om een hoogwaardig gebied dat het verdient om hoogwaardig te worden ingevuld, vandaar ook de inzet op die kwaliteit zowel ten aanzien van de architectuur, de ruimtelijke structuur, de kunstinvulling, de kwaliteit van de openbare ruimte en ook wat de woningbouw betreft, ook wat de andere functies daarin betreft. Dat is het uitgangspunt, dat staat in het programma van eisen, niet, en dat in tegenstelling tot wat de heer Garritsen er nu waarschijnlijk in wil lezen, om alles bij voorbaat tot op de punten en komma's vast te leggen zoals hij graag wil zien, maar dan alleen in zijn richting, en juist in tegenstelling tot het onderwerp dat we eerder vanavond hadden, waar wij zeiden: een inrichtingschets stelt niets voor, het is een voorstel en probeer met elkaar straks tot een definitief plan te komen De heer GARRITSEN Neen, maar mag ik toch even in de richting van de wethouder zeggen: niet in mijn richting, ik heb juist aangegeven, praat nu eens met de mensen die ook nü hebben gereageerd op het plan, er is nog een aantal dat erop zou willen reageren, daarvoor is helemaal geen ruimte gegeven. Het gaat er niet om wat wij vinden, maar datje ook eens een keer luistert naar wat vanuit de bevolking komt en daarover een open overleg hebt. Wethouder VAN DONGEN Mijnheer Garritsen, lees dan de stukken eens een keer en kijk eens welke inspraakprocedure, naast de juridische procedure over het bestemmingsplan, tot stand komt met bewonersorganisaties, met reguliere organisaties in het kader van deze procedures, met een aantal participanten, met de hele stad die er recht op heeft betrokken te worden bij de ontwikkeling van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 154