29 MAART 1994 155 De heer GARRITSEN Neen, dat ben ik helemaal met u eens, ik ben er ook geheel en al van overtuigd dat dat goed zal gebeuren, maar wat er voor vanavond had moeten gebeuren is dat met die zaken die nu worden besloten op diezelfde zorgvuldige manier zou worden omgegaan en dat is niet gebeurd. Wethouder VAN DONGEN Neen, ik bestrijd dat. De uitgangspunten voor de ontwikkeling hier hebben wij vastgesteld met elkaar in het Structuurplan voor de Binnenstad, de nadere besluitvorming hier over de parkeergarage is gebeurd in een besluitvorming van uw raad, u was ertegen, dat weet ik wel, maar het is wel in uw raad gebeurd De heer GARRITSEN Ik heb gevraagd, nogmaals, of ik ertegen ben, daar gaat het mij niet om, om de bewoners erbij te betrekken. Wat betreft de discussie over de parkeergarage: hierover is ook geen inspraak geweest. Wethouder VAN DONGEN De nota Navigeren in Parkeren zoals u deze op 23 december hebt vastgesteld, ik weet niet hoeveel inspraakavonden er zijn geweest, ik wil u toch wel eens attenderen op het aantal inspraakavonden dat we hebben, er is wel degelijk inspraak geweest. Het gaat mij om het plan op zich. De kwaliteiten die wij zelf in het plan willen leggen, de kwaliteiten in invulling qua woningen, museum, parkeergarage, ruimtelijke structuur, de invulling van de openbare ruimte, ook ten aanzien van de relatie met wat er al staat aan oude en nieuwe zaken, vereisen zorg en deze vereisen ook een zorgvuldige procedure die we hier met elkaar hebben vastgesteld. Vandaar ook het ontwikke lingstraject met de ontwikkelaars waarvan ik u in ieder geval moet meedelen dat bij ontwikkelaar Matser een wijziging van stedebouwkundige heeft plaatsgevonden maar dat zegt niets over de kwaliteit van het totaalplan. Juist die kwalitatieve invulling moet die waarborgen en dat geldt ook voor de invulling van de woningbouw. We hebben met elkaar in het Structuurplan voor de Binnenstad uitgangspunten vastgesteld, maar we luisteren ook met elkaar en dat geldt niet alleen voor de mensen die in de commissie hebben gesproken, ook voor de mensen die brieven hebben geschreven, de mensen en de organisaties die in de commissies hebben ingesproken ten aanzien van hun behoeften en voornemens, hun eisen en wensen ten aanzien van de woningbouw. Daarom is ook op pagina 4 die aanvulling op het programma van eisen zo opgenomen zoals die opgenomen is en we kunnen het woord "maximaal 100" allemaal weer anders lezen, de discussie zal er niet over gaan of het er 99 of 101 zijn, maar het is wel de bedoeling om tot een intentie te komen in relatie tot het totale plan dat aan het eind van dit jaar op tafel moet liggen, een plan dat op zijn inhoud zal worden beoordeeld, een plan dat op zijn woningbouwdifferentiatie zal worden beoordeeld en een plan dat ook dan op zijn financiële consequenties zal worden beoordeeld en uiteindelijk zullen we als raad vaststellen of we op die weg wel of niet doorgaan en dan zijn we samen De heer VAN GURP Wethouder, ik wil u wel een voorstel doen: als we nu het woord "maximaal" veranderen in "circa"? Wethouder VAN DONGEN Het woord "maximaal" De heer VAN GURP U spreekt over 99 of 101 dus dat is circa 100.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 155