29 MAART 1994 167 89. RELATIE CULTURELE INSTELLINGEN EN GEBRUIKERS. De heer VAN HEUSDEN Dat kan ik toch niet zonder een kleinigheid laten voorbijgaan. Maar het is voor het laatst, want vandaag valt het doek over de bestuurscommissies Openbare Bibliotheek en De Beyerd en het zal u niet verwonderen dat wij het verdwijnen daarvan blijven betreuren. Dat is dan ook meteen het laatste wat ik erover wil zeggen. Wij kunnen instemmen met de in de notitie Relatie Culturele Instellingen en Gebruikers geformuleerde voorstellen en met name die ten aanzien van de Bibliotheek Breda. We dienen daarbij dan wel de zekerheid te hebben dat zowel de publiekson derzoeken als de klantenpanels een blijvende zaak zijn, goed verankerd in de organisatie, dat met de resultaten echt iets wordt gedaan en last but not least de nodige financiën beschikbaar komen. Het mag natuurlijk nooit zo zijn dat de voorstellen, zoals ik dat ter gelegenheid van de behandeling in de commissie uitdrukte moeten dienen als tijdelijke schaamlap voor het verdwijnen van de bestuurscommissie. Ten aanzien van De Beyerd kun je je afvragen of de Vereniging van Vrienden van De Beyerd wel het geëigende instrument is, althans in de huidige vorm. De wethouder heeft in de commissie toegezegd er nog eens serieus naar te zullen kijken en met nadere voorstellen te zullen komen. De opmerking in het verslag van de commissievergadering, waarin staat: "extra dimensie overleg directeuren, verenigingen, musea en De Beyerd is niet een zaak voor de gemeente om dit te regelen", is me niet helemaal duidelijk, het klinkt me in ieder geval niet vertrouwen wekkend in de oren en u wilt mij daarop ongetwijfeld nog wel een toelichting geven. Wethouder VAN FESSEM Heel kort. Ik ben blij dat we de heer Van Heusden en met hem de fractie van D66 uiteindelijk toch mee hebben gekregen. Ik denk dat het terecht is dat zij hebben tegengesputterd, in die zin dat er wat voor in de plaats is gekomen. We gaan uiteraard ons best doen om dat blijvend en verankerd in de organisatie te maken en ook met de resultaten iets te doen. We gaan dat serieus doen, dat is helder. U zegt: nadere voorstellen over De Beyerd bekijken, maar van het bekijken hangt af of er nadere voorstellen komen. Ik bedoel, anders bestaat de mogelijkheid dat ik u op voorhand iets toezeg waaraan u niets hebt, maar als er iets nader bekend is dan komen we daarmee, dat is helder. Betreffende het verslag denk ik dat we dat in de commissie even zullen bespreken. Ik ga er vanuit, en nu zeg ik iets wat ik niet moet zeggen natuurlijk, dat u in ieder geval in die commissie blijft zitten, dat idee heb ik, dus u kunt het daar aan de orde stellen. De heer VAN HEUSDEN Maar dat weten we natuurlijk niet. De VOORZITTER Wellicht dat de heer Van Fessem een dubbel lidmaatschap overweegt. De heer VAN HEUSDEN In ieder geval is het zo dat ik er vanuit ga dat u ten aanzien van de nadere ideeën over De Beyerd hierop in de eerstvolgende commissievergadering terugkomt en dat ik of mijn opvolger of mijn opvolger en ik daarvan dan wel kennis zullen nemen. Akkoord. 90. WIJZIGING ARBEIDSOVEREENKOMSTENVERORDENING. 91. WIJZIGING ALGEMEEN AMBTENARENREGLEMENT.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 167