29 MAART 1994
92. WIJZIGINGEN ALGEMEEN AMBTENARENREGLEMENT O.A. ALS GEVOLG VAN
INVOERING VAN DE ALGEMENE WET BESTUURSRECHT.
93. BELEIDSPLAN 1994 ARBEIDSMARKTBELEID GEMEENTE BREDA.
94. SUBSIDIëRING STICHTING VRIJWILLIGERSCENTRALE BREDA 1994.
95. VASTSTELLEN "SUBSIDIEVERORDENING ROLLUIKEN 1994".
Akkoord.
96. HUISVESTING SPECTRUM-COLLEGE BREDA EN FLORIJN COLLEGE BREDA.
De heer DUBBELMAN
Ik zal het zo kort mogelijk doen gezien de tijd. Ik moet u wel zeggen dat in onze fractie toen we
het preadvies lazen de gedachte naar voren kwam dat het volgen van het preadvies in feite impl iceert
dat we als gemeenteraad accepteren dat het Rijk een stukjeprimaire verantwoordelijkheid, namelijk
voor deze tak van onderwijs, onder het mom van co-financiering in feite voor een stuk afschuift
naar de gemeente. En je komt als vertegenwoordiger van de Bredase bevolking vervolgens op
de vraag of het wel verantwoord is om uit eigen Bredase middelen 4 miljoen bij te passen voor
een op zich zeer goede en honorabele doelstelling, namelijk de verbetering van de huisvesting
voor deze belangrijke takken van beroepsonderwijs. Er lijkt nu in financiële zin toch wel sprake
van een preprioriteit, die voor 1994 wel tijdelijk financieel wordt opgevangen, maar die toch al
vrij snel een claim impliceert op de begroting 1995 en het investeringsplan. Onze fractie, ik moet
zeggen: wel na enige discussie, kanuiteindelijkwel, met inachtneming van een aantal kanttekenin
gen, instemmen omdat wij ook erkennen dat de gemeente direct belang heeft bij de voorliggende
overeenkomst. Het gaat om het goed functioneren van het beroepsonderwijs. Het gaat ook om
de ontwikkeling van een project als MAB/V&D en het gaat ook om het belang van het behoud
van de markante voorbouw van het voormalig Ignatiusziekenhuis waaraan met name ook menig
CDA-raadslid heel veel waarde hecht. Wij plaatsen wel de volgende twee kanttekeningen. Wij
kunnen ons voorstellen dat met name de direct omwonenden niet helemaal meer begrijpen wat
er allemaal aan de hand is en het gevoel krijgen dat het toch in zekere zin ook wel over hen gaat
maar zonder hen. Wij stellen er heel veel prijs op dat zoveel mogelijk informatie wordt gegeven
en zo mogelijk ook een stukje inspraak met betrekking tot de uiteindelijke vormgeving. De tweede
kanttekening betreft een financiële opmerking. We lezen aan het eind van het preadvies dat wordt
verwacht dat het Ministerie van Onderwijs instemt met het door het Florijn College voorgelegde
financieringsplaatje. Wij willen hierbij nadrukkelijk zeggen dat een verwachting in onze ogen
onvoldoende is, maar dat vast moet staan dat de financiële bijdrage van het ministerie zeker moet
zijn. Met andere woorden, het ministerie moet zorgen voor boter bij de vis. Naar het oordeel van
de CDA-fractie is het niet realiseren van bovengenoemde bijdrage een ontbindende voorwaarde
die hoort bij de instemming van de gemeenteraad met dit preadvies. Onze fractie houdt in ieder
geval onverkort vast aan 4 miljoen als maximaalbedrag, en ik zou willen zeggen: maximaal is
hier ook echt maximaal en niet circa, als harde randvoorwaarde en dus geen richtbedrag. Afsluitend:
de marsroute uiteindelijk naar een nieuwe huisvesting is in onze ogen weliswaar onzeker, maar
het perspectief van een goede huisvesting voor beide instellingen met de daarbij ook betrokken
gemeentelijke belangen is echter zo aantrekkelijk dat wij de verwachting uitspreken dat met de
door het college aan de raad gevraagde instemming iets goeds zal worden verricht.
168