29 MAART 1994 169 De heer VAN DE STEENOVEN Op zich is een aantal positieve punten te vermelden bij dit voorstel. Ik denk, als het allemaal zo gaat lopen zoals in het preadvies wordt voorgesteld, dat twee onderwijsinstellingen in Breda een hele goede huisvesting zouden kunnen krijgen, de centrale vestiging zal toch een aantal positieve effecten hebben op het functioneren en de efficiency binnen de schoolHet werkgelegenheidsaspect moeten we ook niet vergeten. Het wordt ook niet voor niets voor een deel uit de werkgelegen- heidsimpuls gefinancierd specifiek voor het onderwijsIk denk dat het ook voor Breda een positief werkgelegenheidsaspect heeft. Het derde positieve punt vind ik zelf dat de plannen de mogelijkheid bieden om uiteindelijk toch nog de voorbouw van het oude St. Ignatiusziekenhuis te handhaven. Dat vind ik nu, mijnheer Garritsen, ook een positief punt. Dat gebouw vind ik nu typisch voor een bepaalde periode uit Breda, de katholieke emancipatie. Het is niet zo dat ik me daarmee zelf persoonlijk zo verbonden heb gevoeld, noch mijn afkomst, noch mijn politiek denken op dit moment geeft daar binding mee, maar toch vind ik dat gebouw heel typerend voor een bepaalde periode uit de geschiedenis van de stad. De meeste van die panden die uit die tijd zijn en die ik me van mijn kindertijd nog goed kan herinneren zijn inderdaad verdwenen en ik denk dat dit een van de laatste kansen is om zo'n typisch gebouw te behouden. Of je het mooi of lelijk vindt daarover kun je van mening verschillen, maar wat dat betreft vind ik dat het echt een monumentale waarde heeft, dus ik ben blij dat er nu alsnog de mogelijkheid is om dat pand te behouden. Er zitten ook keerzijdes aan dit voorstel zoals de heer Dubbelman al heeft gezegd. We noemen de financiële consequenties. In feite ben je nu op een heel ongebruikelijke manier als gemeente bezig om de huisvesting van onderwijsinstellingen te bekostigen. Dat hoort eigenlijk een Rijkstaak te zijn, dat staat vast, maar die kant gaat het op. Ik denk dat we in de toekomst daarmee steeds meer zullen worden geconfronteerd, dat wij mede verantwoordelijk zullen worden voor de vestiging van onderwijsinstel lingen en dan ook nog wel eens voor de kosten zullen opdraaien. Dat hebben we trouwens in het verleden ook wel gedaan. Wat ik belangrijker vind is dat we met dit nogal ingewikkelde voorstel ook nogal wat verplichtingen aangaan met betrekking tot de invulling van vrijkomende terreinen, dat was nodig. Met name in de overeenkomst met Slokker moeten we toch aan behoorlijk wat zaken meewerken. Ik zou hier toch heel nadrukkelijk het voorbehoud willen maken dat we de normale ruimtelijke ordeningsprocedures doorlopen en als burgers worden benadeeld moeten ze dat heel goed kunnen aangeven, dat ze serieus worden genomen, dat ze niet op voorhand voor wat betreft hun bezwaren opzij worden geschoven met: we hebben verplichtingen. Ik denk dat we gewoon een nette procedure moeten volgen. Ik maak me bijvoorbeeld zorgen over de consequenties voor wat betreft de verkeerssituatie rond het terrein van het oude St. Ignatius ziekenhuis als je daar zo'n geweldige school gaat vestigen. Dat brengt nogal wat verkeersgevolgen met zich mee. In het verleden is er rond de vestiging van de Hogeschool die er nu wordt gebouwd ook de nodige commotie geweest met de buurt, nu krijgt de buurt er weer zo'n groot complex bij en ik kan me voorstellen dat men in de Loopschansstraat en omgeving zich nu afvraagt: wat krijgen we allemaal nog meer en hoe gaat dat allemaal? Ik denk dat we daarmee heel zorgvuldig moeten omgaan, een goed stukje informatie is nodigen ook de normale ruimtelijkeordeningsproce- dure. Het laatste punt dat ik zou willen noemen is de kwestie van de woningdifferentiatie. We hebben zojuist daarover al gesproken naar aanleiding van het Chassé. Ik denk dat de heer Slokker natuurlijk ook streeft naar opbrengstmaximalisatie want het zal wel een winstbeogend bedrijf zijn. Dat betekent dus dat ik me zorgen maak. Ik vrees dat er erg weinig sociale woningbouw bij zal zijn en dat zal toch het evenwicht een beetje verstoren. Ik heb voorafgaand aan deze vergadering gezocht in de leeskamer naar het stuk dat was toegezegd over de woningdifferentiatie. Ik heb het zo gauw niet kunnen vinden maar als het er is zou ik in ieder geval willen vragen of dat alsnog ter visie kan worden gelegd zodat ik dat op een later tijdstip kan bestuderen, want ik kon het dus niet vinden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 169