29 MAART 1994 172 worden bezet en men vroeg nadrukkelijk aandacht voor het parkeren met name of dat op eigen terrein kon, aandacht voor de ontsluiting en de regionale toestroom en tenslotte gaat men dit onderwerp vast op de agenda van de buurtbijeenkomsten zetten. De projectcoördinator koppelt dan regelmatig terug naar het hoofd Onderwijs en Educatie en die zorgt er dan voor dat de laatste ontwikkelingen van zijn kant weer steeds worden doorgegeven. Ik wil ook collega Koekkoek tweemaal bedanken daarvoor, want hij heeft tweemaal alle buurtbewoners en organisaties gebeld, eerst voor de indiening en toen we nog dachten dat we het kregen: op 7 februari, toen ging het weer over en toen lazen we weer dat er alsnog een kansje was. Ook mijn dank aan de commissie en de raad. Het is heel plezierig. U heeft met geduld aan het met horten en stoten tot stand komen daarvan con amore meegewerkt. U weet het: 4 miljoen investeren om investeringen voor 100 miljoen op gang te helpen en dan laat ik MAB/V&D nog buiten beschouwing want dat zou teveel eer zijn. De heer Van de Steenoven heeft een aantal positieve zaken genoemd. Dat is heel plezierig. Inderdaad, de keerzijde is die merkwaardige financiële vraag van het Rijk. Er zijn ook nogal wat verplichtingen met betrekking tot de vrijkomende terreinen, heeft hij gezegd. Dat is zo, dat heeft u kunnen lezen, als het goed is heb ik de stukken vanavond nog zien liggen. Uiteraard, dat is bijna vanzelfsprekend, zeggen wij Slokker toe dat wij ons als college zullen inspannen om woningbouw daar mogelijk te maken, maar uiteraard is dat met inachtneming, dat kan ook niet anders, van de ruimtelijke ordeningsprocedures. Dat houdt ook in dat, als iemand bezwaar maakt en bij de Raad van State zijn gelijk zou halen, dat dus all in the game is, dus wat dat betreft geen zorgen. De heer VAN DE STEENOVEN Bij interruptie, dat spreekt voor zich natuurlijk, want onze wet is gelukkig zo dat dat op die manier gaat, maar ik vind dat we ook als gemeente de plicht hebben om de bezwaren op hun inhoud te toetsen en dat we niet op voorhand moeten zeggen: we zijn verplichtingen aangegaan, dus jammer dan, probeer het maar bij de Raad van State. Wethouder VAN FESSEM Neen, dat is vanzelfsprekend, we kunnen uw raad nooit dwingen om dat van tevoren te beslissen dus dat lijkt me evident. De heer Bokkelkamp zwaait lof toe aan diegenen die het toekomt. Ik wil uitdrukkelijk de heer Leijten noemen die daarvoor de afgelopen maanden werkelijk heeft geknokt samen met de heer Peeters en de laatste weken ook de heer Van der Zee die de onderhandelingen dan wat dat betreft mede heeft afgerond. Ik breng dat graag over en zie het graag in het verslag. De heer Van Os vraagt of het past in de oost- en westflank. Zoals het er nu uitziet past het erin wat de woningbouw betreft. Wat betreft de parkeergarage, de uitbreiding van de Tolbruggarage: daar komt wel een parkeergarage maar voor de eigen mensen en het personeel, zo is dat uitgesproken en we proberen wel plaatsen te sturen naar de Tolbruggarage. Er komt dus wel een parkeergarage, maar niet De heer VAN OS Maar we begrijpen dan wel met elkaar waarover we het hebben. Dat was de discussie in de commissie. Wethouder VAN FESSEM Dat was de discussie. De heer Garritsen dan tenslotte, ik vergeet vast wat want het is al laat. Wij zullen zeker nog wat knelpunten tegenkomen in de financiële onderbouwing wat dat betreft. Ik denk dat dat waar is. U hebt het gehad over de wijze van financiering en over de Tweede Kamer. Natuurlijk is er gezegd dat de overschrijdingsregel van toepassing zou zijn. Als een gemeente bijdraagt aan een bijzondere school of aan een openbare school, dan moet zij het aan alle scholen geven. Dat is onderzocht. Voorlopig is de minister door kunnen gaan. We hebben vanmorgen nog gebeld naar het ministerie hoe de stand van zaken is, u ziet dat u de allerlaatste informatie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 172