30 MAART 1994
178
ook goed. En in dat opzicht hoop ik dat de heer Koekkoek, die gekozen heeft voor een afscheid
van zijn politieke loopbaan, zijn verder werken met even veel plezier en elan kan gaan doen als
hij de afgelopen drie jaar als wethouder van Breda heeft vertoond. Bert, ik wil je namens het
college en namens de raad daarvoor dank zeggen en als eerste wil ik jou een klein cadeautje
overhandigen.
Dames en heren het is ongelofelijk, maar dit is de eerste vergadering waarbij de heer Goos niet
het woord mag voeren. Hij is nestor, maar vanavond zal als nieuwe nestor van de raad de heer
Sandberg optreden en die zal de rol van de heer Goos gaan overnemen en dat betekent dus dat
de heer Goos nu wordt toegesproken zonder dat hij de gelegenheid krijgt om wat terug te
zeggen. En dat is voor iemand die is opgegroeid in de standsorganisatie een uiterst lastige
opgave. Mijnheer Goos, ik heb u de afgelopen jaren eigenlijk als een heel bijzonder raadslid
leren kennen. Eén van onze eerste kennismakingen had betrekking op de koninklijke onder
scheiding, die u door mij kreeg uitgereikt, niet alleen vanwege dat wat u in de raad had gedaan,
maar vooral ook vanwege dat wat u voor uw standsorganisatie en verder op maatschappelijk
terrein had gedaan. U heeft onlangs in een groot interview in De Stem nog eens aangegeven
hoe u nu aankijkt tegen dat afscheid. En u heeft daar eigenlijk toch wel een beetje tegenaan
zitten te hikken. De afgelopen maanden bent u een aantal keren om een aantal redenen bij mij
op bezoek geweest en toch iedere keer maakte u aan het eind of aan het begin van het gesprek
de opmerking: toch een raar idee dat ik er straks niet meer bij zit. En dat is denk ik ook als je
vanaf 1 juli 1970 in de raad hebt gezeten, inderdaad een grote verandering in een leven. U heeft
daarnaast ook nog een andere persoonlijke grote verandering meegemaakt. Na 62 jaar te hebben
gewoond op de boerderij waar u bent geboren, bent u vertrokken van uw eigen boerderij. En
degenen die bekend zijn met het leven op het platteland, die weten hoe dramatisch het op zich
voor iemand is als je uiteindelijk na zoveel jaren, om overigens goede redenen, moet besluiten
om de eigen geboortegrond te verlaten. En in dat opzicht heeft u in deze periode, buiten het
afscheid dat u nu als raadslid heeft, ook nog een andere belangrijke zaak moeten regelen.
Overigens zal uw afscheid als raadslid u wellicht toch wat meer de gelegenheid geven om u
daadwerkelijk nog eens als een agrariër te gedragen. Want ik waag te betwijfelen of u altijd die
aandacht heeft kunnen geven aan uw bedrijf, die eigenlijk nodig was. Ik denk dat uw familiele
den in de praktijk in belangrijke mate voor het werk hebben moeten opdraaien. Mijnheer Goos,
als ik u zou mogen karakteriseren dan denk ik dat u, maar dat geldt ook voor een aantal andere
raadsleden dat vanavond afscheid neemt, ontzettend sociaal bewogen bent en dat u eigenlijk
gewoon een, zoals onze zuidelijke collega's wel zeggen, plezante mens bent, iemand waarmee
je plezierig kunt omgaan, iemand die ik hier in de raad zelden chagrijnig heb aangetroffen, die
altijd bereid was om te zoeken naar compromissen, altijd bereid was om mee te denken en
vooral ook oog had voor de kleine details in het leven van de andere raadsleden. Dat karakteri
seert u denk ik ten voeten uit. Ik vind het jammer dat u afscheid moet nemen van deze raad. Ik
heb met het allergrootste genoegen de afgelopen jaren met u samengewerkt. Ik dank u namens
de gemeente Breda voor de wijze waarop u dat raadslidmaatschap de afgelopen jaren in Breda
en in deze raad gestalte heeft gegeven.
De heer Henk van Dongen, ook één van de veteranen uit de gemeenteraad en nog tot op het
laatste moment actief met schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders.
De heer Van Dongen, denk ik, een ruwe bolster met een blanke pit, als ik het zo mag zeggen.
Af en toe grommend hier in de raad, maar uiteindelijk ook altijd heel duidelijk formulerend. En
als hij boos was dan liet hij dat ook blijken, maar uiteindelijk keerde hij ook weer terug tot de
kern van de zaak. Ik denk, mijnheer Van Dongen, dat u op een geheel eigen wijze inhoud heeft
gegeven aan het raadslidmaatschap, overigens voor een deel lijkend op dat van de heer Goos:
ook sociaal bewogen. U bent buitengewoon actief binnen het ouderenbeleid, u bent directeur