30 MAART 1994
179
geweest van de Levensschool, u sprak over uw jongens en uw meisjes en u heeft ook vanuit die
levensschoolproblematiek vervolgens in het ouderenwerk laten zien waar uw sociale hart zit.
Daar waar u zich boos maakte in de raad of daar waar u zich in andere vergaderingen boos
maakte, had het altijd een goede reden. Had het een reden, omdat u vond dat gerechtvaardigde
belangen met voeten werden getreden, dat er dingen gebeurden die niet mochten gebeuren, of
dat er politiek werd gesjoemeld, want daarvan was u ook absoluut niet gediend, want u vond
dat je maar eerlijk moest zeggen waar het op stond en dat je daar niet omheen moest draaien.
Nu, wij hebben u er nooit op kunnen betrappen dat u ergens omheen heeft gedraaid en dat is
denk ik ook een zegen voor het politieke bedrijf. Er wordt in dit land al te dikwijls op omfloers
te wijze politiek bedreven. Ik denk dat u een voorbeeld bent van iemand die overigens met heel
veel gevoel voor humor daar af en toe behoorlijk doorheen prikte en daarmee ook aan andere
mensen in het politiek bedrijf weer eens leerde hoe je óók tegen de politiek aan kunt kijken. U
heeft vanaf 3 september 1974 zitting gehad in de raad, zo'n 20 jaar, vijf zittingsperioden. Ik
denk dat u één van de raadsleden bent die heel dicht altijd bij zijn kiezers is blijven staan. We
nemen met spijt afscheid van u, maar ik stel ook met voldoening vast dat u uw ombudswerk in
deze gemeenteraad van Breda, ook in de richting van de bevolking, voor alle mensen met
problemen, al die 20 jaar op voortreffelijke wijze heeft vervuld en daarvoor onze hartelijke
dank.
Dan kom ik nu bij Frans Römkens. Voor Frans is het de tweede keer afscheid nemen. Hij is
geen Heintje Davids. Hij neemt nu afscheid als raadslid. Bij zijn afscheid als wethouder en bij
het uitreiken van zijn koninklijke onderscheiding ben ik al uitgebreid ingegaan op de kwaliteiten
en verdiensten van Frans Römkens als wethouder. Ik moet zeggen, als je zo vanaf deze kant
kijkt naar de intonatie en naar de gezichtsuitdrukkingen van de heer Römkens tijdens de
raadsvergaderingen, dan verraadt dat buitengewoon veel van wat hij vindt van het niveau van
de spreker en nog meer van wat hij vindt van de kwaliteit van het debat. De vraag is altijd bij
oud-wethouders als zij terugkomen in de raad hoe lastig ze dan zullen gaan worden. De heer
Römkens heeft ons voortdurend aan deze kant van de collegetafel voorzien van allerlei
opmerkingen die ons in ieder geval, als de momenten daar waren, wakker hielden. Frans, ik
denk dat voor jou, nadat je eerder je wethouderschap had afgesloten, nu een hele nieuwe fase in
het leven aanbreekt. Je hebt als wethouder de meest uiteenlopende portefeuilles in onze stad in
je vingers gehad. En ik heb het al gezegd bij je afscheid, ook jij bent een van die mensen die in
belangrijke mate een stempel hebben gedrukt op de ontwikkeling van Breda. Je deed dat
overigens ook op een volstrekt eigen manier. Als er ooit iemand recht voor zijn raap genoemd
kan worden, dan is dat de heer Römkens. Hij was een van degenen die in ieder geval weinig
zin had in het spelen van politieke spelletjes, maar die altijd onmiddellijk zei wat hij vond, daar
vervolgens dan ook zo hard aan vasthield, dat je van goede huize moest komen om hem van
standpunt te doen veranderen, maar altijd recht door zee, altijd eerlijk en ook dat dus keihard
formuleerde. Dat komt niet altijd plezierig over. Hij kon gezellig foeterend door het oude
Stadhuis lopen en foeterend door het nieuwe Stadskantoor. Het is een eigen stijl van werken,
maar het is wel een heldere stijl en we kunnen in ieder geval vaststellen dat die stijl ook in
coöperatieve zin nooit de sfeer in het college negatief heeft beïnvloed, zo negatief dat we daar
met elkaar niet meer uitkwamen. Frans is, denk ik, in dat opzicht een politicus sui generis die
op zijn eigen manier heeft gewerkt. Heel gedreven, heel hard werkend, vasthoudend, ook thuis
geconfronteerd met een heel grote zorg het afgelopen jaar, maar daar gelukkig samen met
Gemmy ook weer bovenop gekomen. Frans, ik ga niet herhalen wat ik destijds allemaal tegen
je heb gezegd toen je afscheid nam als wethouder. Ik heb in ieder geval buitengewoon veel
respect voor jou gekregen, voor jouw recht door zee mentaliteit, voor dat wat je hier in Breda
hebt gedaan en voor de wijze waarop wij in het verleden als collega's met elkaar in het college