12 APRIL 1994 197 voorstellen waarvan de Bredanaar weet en begrip heeft. Elke overeenkomst kent meer en minder gelukkig gestemden. Toch spreek ik bij het aanbieden van dit voor onze stad zo belang rijke werkstuk de hoop uit dat het geschreven en bedoeld is als een steun in de rug van hen die zich daadwerkelijk bekommeren om onze kinderen en hun kinderen. De partijen die het programakkoord hebben ondertekend en het zijn er wellicht straks meer dan ik u nu kan melden, vertrouwen erop dat ons dagelijks bestuur morgen aan het werk gaat om het uitgezette beleid voor te bereiden. Wij wensen u daarbij wijsheid en geluk. Conform afspraken tijdens de onderhandelingen van de coalitiepartners zal het college de komende raadsperiode bestaan uit burgemeester en zes wethouders. Voorzitter, mag ik u als eerste een exemplaar aanbieden van het door de coalitie ondertekende programakkoord. Voorzitter, namens de fracties van het CDA, D66, Groen Links en PvdA bied ik u het programakkoord 1994-1998 aan en ik spreek daarbij de wens uit dat in goede samenwerking de belangen van deze stad en haar inwoners gewaarborgd zullen worden. De VOORZITTER Ik dank u. U heeft inmiddels gisteren een exemplaar ontvangen van het programakkoord, omdat vandaag de discussie over het programakkoord ook als zodanig op de agenda staat. Dat betekent dat we daarover in twee termijnen vanavond met elkaar kunnen discussiëren. Wie van u mag ik in eerste termijn het woord geven? Voor alle duidelijkheid: wij zijn in de raad gewend over het algemeen bij de debatten, af en toe wijken we daar vanaf als het wat gezellig wordt, een sprekersvolgorde te hanteren die varieert van de grootste naar de kleinste partij. Na de afgelopen raadsverkiezingen is dat de volgende volgorde en daarbij baseren we ons niet alleen op het zetelaantal, maar bij een gelijk zetelaantal hebben we ook gekeken naar het aantal stemmen dat de partij achter zich heeft weten te verenigen: CDA, D66, VVD, Groen Links, PvdA, De Parel van het Zuiden en de Centrum Democraten. Dan is, in het kader van deze volgorde, allereerst het woord aan de heer Taks. De heer TAKS Zoals te doen gebruikelijk en dat was bij de VVD-fractie ook in het verleden zo, spreken wij uit één woordvoerder. Wij hebben zes leden, wij kunnen met één woordvoerder volstaan. Maar iedere fractie heeft uiteraard zijn eigen cultuur en dat respecteren we. Dat is ook zeer boeiend. Als de voortekenen niet bedriegen dan wordt er vanavond een college gekozen zonder de VVD. Dat betekent, dat voor het eerst sinds 1970 de VVD-fractie niet in het college van burgemeester en wethouders vertegenwoordigd is. Gedurende zes opeenvolgende zittingsperioden van de gemeenteraad maakte de VVD met een of twee wethouders deel uit van het dagelijks bestuur van de gemeente, in colleges van verschillende politieke samenstelling, maar onafgebroken in samenwerking met het CDA. Aan die samenwerking met het CDA komt vandaag een einde. Ik zeg dat met nadruk, omdat wij het CDA verantwoordelijk achten voor de huidige politieke constellatie en daarmee voor de breuk tussen CDA en VVD. Ik ga daar straks nader op in. De VVD heeft op grond van haar politieke uitgangspunten voor de lokale politiek een voorkeur voor een college waarin alle grotere fracties uit de raad met tenminste één wethouder vertegen woordigd zijn. Met andere woorden: een college op brede basis met een programakkoord als grondslag voor de samenwerking. Gezien de verkiezingsuitslag hebben wij ons daarom gericht op de vorming van een college van vijf fracties, van de vijf partijen die op basis van hun inhoudelijk verkiezingsprogramma voldoende electorale steun hebben weten te verwerven, te weten: CDA, D66, VVD, Groen Links en de PvdA. Voor de vorming van een dergelijk college hanteerden wij als voorwaarde, naast programmatische overeenstemming, een akkoord over de zetelverdeling binnen het college en de portefeuilleverdeling en overigens een voldoende vertrouwensbasis tussen de partners. Op 5 april hebben de vijf onderhandelende fracties overeenstemming bereikt over het collegeprogramma. Wat de VVD betreft stond toen niets de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 197