12 APRIL 1994 200 gemakkelijk? Als er spanningen zijn, dan blijken er dus meningsverschillen te zijn en dat ligt aan beide partijen. Misschien kunt u in die richting een klein beetje gaan zoeken naar de redenen waarom u nu niet meer mee mag doen. De heer TAKS We gaan nu een stap in de goede richting, mijnheer Van de Steenoven, als er al enige uitleg komt, zelfs bij interruptie. Ik ben heel benieuwd straks naar de fundamentele uitleg van uw fractievoorzitter. Er waren de voorbije jaren, naar mijn gevoel in ieder geval, geen spanningen van dien aard tussen de VVD en andere collegepartners dat die nu de voortzetting van de coalitie zouden moeten verhinderen. Daarin spelen kennelijk heel andere overwegingen mee. Op 31 maart werd officieel bekend dat Groen Links geen college wenste te vormen met de VVD. Gezien de politieke staat van dienst van beide partijen had Groen Links toen de deur moeten worden gewezen. Dat is niet gebeurd en dat vraagt om een duidelijke standpuntbepaling van CDA, D66 en PvdA nu in deze openbare raadsvergadering. In besprekingen van 5 april jongstleden beleed de CDA-delegatie haar voorkeur voor een zo breed mogelijk gedragen college op basis van de afspraken gemaakt in het programakkoord. Gezien de opstelling van de vijf aanwezige partijen had het CDA, zo werd gezegd, voorkeur voor een vijf partijencollege. Van de zijde van D66 werden vier opties genoemd waaronder de variant CDA, D66, Groen Links en PvdA, maar ook de optie CDA, D66, VVD en PvdA, zij het als vierde optie. Alleen de PvdA koos zonder omwegen voor de optie CDA, D66, Groen Links en PvdA. Na een uiterst korte schorsing kwam de heer Van Dongen met de verklaring waarin de opties waarbij een van de partijen werd uitgesloten werden betreurd. Verder werd gezegd dat het CDA hecht aan het dragen van bestuurlijke verantwoordelijkheid en dat daarom wordt ingestemd met de optie voor een college bestaande uit CDA, D66, Groen Links en PvdA. De VVD-delegatie was verbijsterd door dit standpunt van het CDA en ik heb begrepen dat onder een brede laag van de bevolking dezelfde verbijstering leeft, getuige het groot aantal vragen waarmee wij worden geconfronteerd en het is me daarbij opgevallen dat sommige leden van de CDA-fractie daarbij zeggen: de VVD heeft geen contact met ons gezocht, waren ze maar langs gekomen. Dat wil ik tegenspreken. Al kort na de verkiezingsdag had ik met de CD A-lijsttrekker afgesproken, een afspraak die door de heer Van Dongen meerdere malen is bevestigd, dat er geen onherroepelijke stappen rond de collegevorming zouden worden gezet zonder bilateraal overleg tussen CDA en VVD, vanwege de langdurige samenwerking tussen beide partijen en onze gemeenschappelijke voorkeur voor De heer VAN DONGEN Ik vertrouw erop, respecterend het standpunt van de heer Taks, dat hij dan ook de volledige waarheid vertelt en niet de eigen interpretaties. Dan graag eerlijk alles op tafel. De heer TAKS Misschien is het goed even te luisteren mijnheer Van Dongen. Vanwege de langdurige samenwerking tussen beide partijen en onze gemeenschappelijke voorkeur van een college op brede basis zouden we met elkaar overleg plegen zodra een situatie dreigde dat öf CDA, of VVD buiten spel zou komen. En ter voorkoming van een misverstand bij de heer Van Dongen en bij anderen: er was duidelijk niet afgesproken dat beide partijen tot het bittere einde samen zouden optrekken, wèl dat niet zonder nader overleg onze wegen zouden scheiden. Dat was de afspraak. Dat is conform de waarheid. Deze afspraak heeft de heer Van Dongen nog eens herhaald toen hij mij op Tweede Paasdag 's avonds om 11 uur opbelde. Op mijn opmerking dat de volgende dag de knoop zou moeten worden doorgehakt antwoordde hij dat we zonodig meer tijd voor de collegesamenstelling zouden moeten nemen. Niets van dit alles! Een schorsing van enkele minuten volstond om zonder enig overleg de samenwerking van 24 jaar te beëindigen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 200