12 APRIL 1994 212 De VOORZITTER De heer Schroder zet zijn betoog voort. De heer SCHRöDER Ten aanzien van de lezing die mevrouw Croft nu geeft het volgende. De reden waarom De Parel van het Zuiden niet mee kon gaan lijkt nu weer ineens die openbaarheid uit haar verkie zingsprogramma te zijn. Ik wens dat toch te betwisten. Heel duidelijk is richting De Parel van het Zuiden, niet alleen door ons maar ook door andere partijen die op dat moment in het vizier waren de vraag gesteld: welke ruimte wil De Parel van het Zuiden geven om constructief mee te werken aan een collegeprogramma, maar daaraan ook de consequentie verbinden dat dat collegeprogramma door de vier leden van De Parel van het Zuiden vanavond zou worden ondersteund en zou worden onderschreven. Die medewerking heeft De Parel van het Zuiden Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Bij interruptie. Misschien dat mijnheer Schroder nu al datgene gaat krijgen wat het voorafgaan de college had, namelijk een beetje een doofheid voor wat de burgers hebben gezegd. Wij hebben heel duidelijk naar voren gebracht hoe wij het wilden doen en dat hoefde helemaal geen probleem te zijn. Alleen nu zegt u: we snappen niet wat jullie in het college wilden doen en hoe jullie gingen stemmen. Wij hebben gezegd: is het breed gedragen, is het fatsoenlijk teruggekop peld, is er een brede steun voor te vinden bij de desbetreffende achterban, dan zullen wij voor stemmen. Voor alle vier geen probleem en ook in het college was het werkzaam. Dus, even proberen te luisteren naar die achterban om die band goed te houden. De heer SCHRöDER Zonder mee te willen gaan bij de interruptie van de heer Adank daarstraks ten aanzien van de orde van de vergadering toen de fractie van De Parel van het Zuiden aan het woord was, hoop ik niet dat het optreden van De Parel van het Zuiden zoals vanavond met drie woordvoerders en drie verschillende visies in het geheel symptomatisch wordt voor de komende raadsperiode. Ik vind dat volstrekt onwerkbaar. En dat is exact de reden waarom De Parel van het Zuiden vol strekt ongeloofwaardig was, om op voorhand inderdaad constructief het collegeprogramma of de collegeonderhandelingen mee in te gaan. Dat is ook de visie die Groen Links van harte heeft onderschreven. Maar we hebben u uitgenodigd mevrouw Croft, dat zult u zeker niet kunnen ontkennen. Daarmee wil ik graag afsluiten. Mevrouw HEERKENS We hebben behoefte om eerst op de inhoud van het programakkoord in te gaan, om duidelijk te maken waarom we ook als PvdA voor dit programakkoord getekend hebben, en daarnaast ook een reactie te geven op een aantal andere zaken die nu aan de orde zijn. We moeten zeggen dat de bijeenkomst die het afgelopen weekeinde in Tuinzigt heeft plaatsgevonden ons op zich nog meer heeft verontrust dan we al waren. Daar heerste een enorme onvrede over het functioneren van de politiek, ook in die Bredase samenleving. De burgers hebben het gevoel dat politici niet in de gaten hebben wat de problemen in de stad zijn. Mede naar aanleiding van de verkiezings uitslag hebben wij ons natuurlijk heel serieus nog eens gebogen over wat de toekomst van deze stad moet zijn, met als centrale vraag daarbij: wat zijn de kansen, wat zijn de problemen in deze stad? Een aanzet, vinden wij, is te vinden in het programakkoord. Ik zal er zo meteen op terugkomen. Maar ik denk ook dat we in de komende raadsperiode door communicatie en de betrokkenheid van de burgers en organisaties de zaken verder moeten ontwikkelen. Er zijn een paar hoofdlijnen geschetst. Op de eerste plaats is dat de veiligheid. Mensen willen wonen en leven in een stad die in de eerste plaats veilig is. We vinden het heel belangrijk dat, en dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 212