12 APRIL 1994 213 hebben meer partijen gezegd, het aantal effectieve uren van politie op straat toeneemt. Maar het gaat niet alleen om de roep om meer toezicht en politie. Het gaat zeker ook om het bestrijden van de werkloosheid, van de verveling. Het gaat erom om mensen perspectief te bieden. Een krachtig beleid is dan nodig op het terrein van welzijn, van zorg en van werkgelegenheid. Dat zeggen wij hier nog maar eens duidelijk, want dat zal de inzet van de PvdA zijn. Wij zullen ons krachtig verzetten tegen bezuinigingen in de sector die dit beleidsterrein betreft, die de essentie van het veiligheidsbeleid aantasten. Naast deze aanpak blijft het noodzakelijk te investeren in de economie van de stad. Een actief investerende overheid is noodzakelijk om ook marktpartijen mee te krijgen. En ook de stadsvernieuwingsaanpak heeft dat al geleerd. Maar investeringen moeten ook gericht zijn op een schoon milieu. De prioriteit die nu wordt gelegd bij de uitvoe ring van het Gemeentelijk Milieubeleidsplan vinden we terug door extra geld uit te trekken voor nieuw beleid, door versterking van het openbaar vervoer en door een versnelde uitvoering van de nota Langzaam Verkeer. Ons inziens kan dat ook alleen maar wanneer we bereid zijn extra investeringsgelden hiervoor uit te trekken. Een ander punt is het samenleven in de wijken. Een meerjarenbeleidsplan moet met name gericht zijn op investeringen in wijken waar nu de achterstand is ontstaan of dreigt te ontstaan. Wij zijn daarover in het verleden al heel duidelijk geweest. Dan praten we over de achterkanten van Breda. Misschien niet zo'n aardige term, maar het is wel duidelijk waar het om gaat. En juist in die wijken is een zeer krachtige stadsvernieuwingsaanpak noodzakelijk. Er zijn gewoon spanningen in een aantal buurten tussen allochtone en autochtone bewoners. Het is zo dat het probleem van een veranderde bevolkings samenstelling eenzijdig afgewenteld wordt op de schouders van de vaak minder draagkrachtige groepen. De PvdA kiest voor verscheidenheid en dynamiek in de verschillende wijken. We sluiten ons heel graag aan bij de woorden die daarnet nog bij de demonstratie door de voorzitter van het comité Waakzaamheid zijn gesproken. We moeten blij zijn met een gekleurde samenle ving en dan ook alles in het werk stellen om daar naar te blijven streven. Waar onevenredig veel sociale woningbouw is moet een deel naar de vrije sector, zeker. Maar in nieuwe wijken moeten Rijk en gemeente meer mogelijkheden creëren voor sociale woningen en voor een gedifferentieerde opbouw in de wijken. De relatie van de overheid en de burgers. Het functio neren van de overheid, van het ambtelijk apparaat, maar met nadruk het functioneren van politici moet een permanent aandachtspunt zijn. Daarnaast is meer dan ooit communicatie en betrokkenheid van burgers en organisaties gewenst. Het gaat er dan vooral om, om juist die burgers te motiveren die zich in de steek gelaten voelen, anders richt de politiek zich steeds meer op kiezers die toch op zich al in een betere positie verkeren. Ook die mensen moeten we erbij blijven betrekken, maar, en daarin verschil ik van mening, het is op zich fraai dat zoveel mensen de demonstratie en de petitie hebben ondertekend, 4.000, maar het neutraliseert natuurlijk niks. Het feit dat mensen hun heil gaan zoeken bij partijen zoals de Centrum Democraten, dat moeten we ons aantrekken en daar moet onze zorg naartoe gaan. Juist bij districtsgewijs werken zal dit moeten worden benadrukt. Die mensen moeten in die wijken worden gestimuleerd. Meer naar de burgers toe, maar dat zeg ik ook uitdrukkelijk: wel ook zelf dingen blijven vinden op die terreinen van werkgelegenheid, van welzijn en volkshuisvesting. Soms moet de politiek gewoon leiding nemen in bepaalde discussies. Met dit programakkoord en met name ook met de samenstelling van dit centrum-links college, en nu reageer ik toch in de richting van de VVD-fractie: we zijn steeds duidelijk geweest, we hebben steeds gepleit voor een zo progressief mogelijke coalitie en het is zuur wat de heer Taks aanhaalt en ik heb ook een beetje begrip voor zijn positie. Aan de andere kant vind ik het ook nogal dubbelhartig, als ik kijk naar hoe die programonderhandelingen zijn gegaan. We weten dat in de werkgroepen de VVD alles heeft geslikt, de VVD heeft de onderhandelingen op een gegeven moment opge schort en letterlijk gezegd: "Wij zijn op afroep weer beschikbaar", om maar mee te mogen doen. Dan heb ik liever een VVD in een oppositierol die dat nu eens duidelijk gaat maken in deze raad. Ik denk dat dat op zich

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 213