2 JUNI 1994 232 bestuur van de Grote Kerk. Wij vinden dat er toch problemen zijn. Er is in ieder geval in de voorbereiding voor deze raadsperiode en ook tijdens het politiek café in de Beijerd duidelijk gemaakt aan heel Breda dat de Grote Kerk in het hele gebeuren van de monumenten toch prioriteit één is. Dat onderschrijven wijWij zouden graag wat meer weten over hoe het er nu eigenlijk voor staat en hoe we daar in de toekomst mee om zullen gaan. Daarnaast is er nogal wat gepubliceerd over wat in de toekomst de bedoeling is met de kerk, zeker wat het gebruik betreft. Wij zouden toch in het midden willen brengen: wees daar een beetje voorzichtig in, niet alles past in die kerk en je moet echt goed weten wat je daarmee doet. Er zijn nog twee zaken aan de orde. Op de eerste plaats is dat het Huis Wijngaarde in de Catharinastraat. Het wordt nu slecht onderhouden. Het is eigenlijk heel droevig zoals wij daarmee omgaan. In wezen ligt de verantwoordelijkheid bij de eigenaar, maar is het mogelijk om daar nu op in te spelen, zodat daar iets aan gaat gebeuren en dat zeker de verkrotting niet doorgaat. Ten tweede: Villa Valkrust is een speciaal geval. Wij kijken dan ook een beetje naar wat er met Het Fortuin is gebeurd. Misschien weet niet iedereen waar dat staat, maar dat is aan het begin van de Bavelselaan. Dat hebben we ook opgeknapt. Maar het gevoel van verschillende mensen die dat kunnen weten is toch zo, dat het eigenlijk nu geen monument meer is, dus is het eigenlijk gewoon een renovatie geweest, waardoor het pand er wat vriendelijker uitziet. Ook met Valkrust zou dat kunnen gebeuren. Daarnaast, wat men ermee van plan is, is toch wel voor de zeer rijken, althans als wij afgaan op de informatie die wij krijgen. En dan is het maar de vraag of je je daarmee verder moet bemoeien. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Ik had eigenlijk drie puntjes. Het gras is door de heer Crul al een beetje voor mijn voeten weggemaaid. Het gaat inderdaad over de Grote Kerk. Ik heb het al tijdens de commissie aan de orde gesteld bij de wethouder en gevraagd of er niet wat drang op kon komen om die gemeentega rantie toch af te geven, waardoor de stichting Grote Kerk had kunnen starten met het renoveren en met het restaureren van de Grote Kerk, mede in het kader van de viering van het 200-jarig bestaan van de Provincie. Ze raken nu heel erg achter op het schema en dat zou ik heel jammer vinden. Het gaat alleen maar om een garantstelling. De gemeente stelt zich wel vaker garant voor allerlei projecten, dus ik kon me niet goed voorstellen waarom dat niet mogelijk was. Graag hoor ik van de wethouder waarom het niet mogelijk was om die garantstelling niet eerder te doen, ondanks het feit dat de Rijksdienst voor de Monumentenzorg nog geen advies heeft uitgebracht. Het tweede puntje dat ik ook naar voren heb gebracht tijdens de commissie is de voorlichting aan de betreffende eigenaren van de panden die nu op deze lijst staan. Geen eigenaar had überhaupt ooit een brief van de gemeente gehad waarin het voornemen bekend werd gemaakt. Het lijkt me toch een normale gang van zaken, als men op voorhand zoiets wil, dat men de eigenaren daarvan in kennis stelt. Dat hoeft toch helemaal niets bijzonders te zijn? Het lijkt me ook heel simpelHet derde puntje betreft de Heilig Hartkerk. Ik wil het voor de begroting al vast naar voren brengen maar ik kom daar later op de avond nog op terug in de agenda dat ik de Heilig Hartkerk graag in het vervolg in de begroting opgenomen wil zien, zodat het ook als monument zal worden erkend en straks in de monumentenbegroting wordt meegenomen en dus straks ook uit deze pot zou kunnen meegaan. Ik wil graag van de wethouder horen of er een mogelijkheid bestaat om de Heilig Hartkerk als gemeentelijk monument op te voeren en mee te nemen in deze begroting en daarvoor een reserve vrij te maken. Wethouder DE BRUIJN Ik denk dat ik kan beginnen met me aan te sluiten bij de beginopmerking van mevrouw Van Beusekom, die constateert dat de rijksmiddelen voor de monumentenzorg in het Bredase en niet alleen in het Bredase, helaas ontzettend gering zijn. Het bedrag dat we tot nu toe hebben gekregen is ongeveer vijf ton op jaarbasis in het kader van de zogenaamde B.R.R.M-gelden en daar praten we op dit moment over. Het is weinig, het is naar onze mening veel te weinig maar we zullen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 232