27 JANUARI 1994 20 rekening en risico. Daarover heeft het college nog geen enkele uitspraak gedaan. Wij staan pas aan de start van de studie van het hele gebied dat daar ligt. Ik zeg de heer Van de Steenoven toe, dat we zeer zeker hierop een zorgvuldige inspraakprocedure zullen toepassen, zoals dat met elke artikel 19-procedure gebeurt. De zaak komt uitgebreid aan de orde. Maar voordat we daarmee kunnen starten, hebben wij formeel het voorbereidingsbesluit nodig en dat ligt hier vanavond ter tafel. De heer VAN GURP Ik dacht dat de wethouder niet was ingegaan op wat ik denk over de haalbaarheid bij de Provincie als je een artikel 19-procedure gaat voeren, gezien het nieuwe beleid. In de eerste termijn was ik nog een vraagje vergeten. In het kader van de Zuidelijke Rondweg hebben wij er weieens over gesproken om de historische verbinding van de oude Dr. Batenburglaan bijvoorbeeld voor langzaam verkeer weer te herstellen. Zoals het nu is geschetst, maar dat hoeft niet zo absoluut te zijn, zou dat hier mogelijk onmogelijk kunnen worden gemaakt. Ik zou graag van de wethouder willen horen, of het zo gesitueerd kan worden dat deze optie openblijft voor de toekomst. De heer GARRITSEN De wethouder zegt, en dat is een cruciaal punt, dat de inspraak eigenlijk pas kan beginnen als we dit besluit hebben genomen, dan ligt de locatie vast. U geeft aan dat er met ESSO is gepraat over de vraag: waar zou het moeten liggen? Allerlei argumenten zijn over tafel geweest. Ik denk dat je juist op dat moment, als je die locatie vastlegt, met de mensen moet gaan praten. Je had het mee kunnen nemen en we hebben er weieens over gepraat, met de Zuidelijke Rondweg als bestemmingsplan; dan kun je ook precies zien hoe het daar in zal passen. Natuurlijk mijnheer Van de Steenoven, er ligt aan de ene kant een verplichting van het college om hiermee te komen, er ligt een contract. Anderzijds kun je zeggen: in het contract kun je wel iets vastleggen, maar als dat overeenkomstig de bestemmingsplannen is die je wil ontwikkelen, plannen die er verder nog zijn, dan zul je als raad de zaak moeten afwegen. Dat moet je dan niet overlaten aan de Provincie, die de toetsing van artikel 19 wel doet en straks kunnen de bewoners meepraten over de tekeningen die vervolgens ESSO presenteert van die locatie De heer VAN DE STEENOVEN Bij interruptie, maar u weet toch ook dat dit slechts een voorbereidingsbesluit is en wij zijn er toch zelf bij als we met artikel 19 komen? Als er straks allerlei bezwaren komen, kunnen wij als raad of kan het college alsnog zeggen: misschien moeten wij het benzineverkooppunt wat verschuiven. De heer GARRITSEN Maar het punt is dat op dit moment het voorbereidingsbesluit wordt genomen, U weet ook hoe de verdere ontwikkeling is met dat soort zaken. Dan gaat iemand aan het werk en die komt met een concreet uitgewerkt plan en daar wordt dan over gesproken. Ik denk dat je juist in die voor fase moet overleggen over wat je daar gaat doen. U zegt dat er gesprekken zijn geweest met een aantal mensen en dat de bezwaren die ze hadden zijn weggenomen. Maar als er dan officieel een brief ligt van de Kerngroep Stadsvernieuwing en van de bewonersdelegatie van Slingelandt, die zich expliciet met die zaken in die omgeving bezighouden, dan denk ik: wat is het probleem om daar gewoon een bestemmingsplan van te maken? U heeft weieens gezegd: watje allemaal voor een artikel 19 moet doen, dat is bijna net zoveel als een bestemmingsplan. Dan zou ik, te meer omdat het hier gaat om een toch milieu-onvriendelijke activiteit, die weg zeker volgen. De kans zit erin dat de Provincie het afketst. De heer van de Steenoven zegt: het kan best wel een bestemmingsplan worden, maar de wethouder geeft aan: artikel 19 en dan moeten wij het hier afdwingen. En op het moment dat je dat gaat doen, dan denk ik dat er geen enkele reden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 20