2 JUNI 1994 242 wat de provinciale leidraad exact inhield. Dat was een boeiend stuk. We moeten constateren dat die 1 eidraad met name gaat over de amoniakemissie in de veehouderijD at betekent d at de Provincie met name voor het gebied rond Breda uitgaat van een stand stil principe en dat betekent geen toename van de amoniakemissie. Alle activiteiten die op een gegeven moment ertoe leiden dat dat stand stil principe wordt gehandhaafd, kunnen volgens de Provincie volgens deze beleidslijn worden geaccepteerd. Wat we hier moeten constateren is het volgende. Daar waar een varkensfok kerij aanwezig iskan die in het kader van de overgangsrechten worden voortgezet. En dat betekent dat er in ieder geval een afname is van die amoniakuitstoot problematiek zoals die in die leidraad is aangegeven. Dientengevolge heeft de Provincie ook geen bezwaren tegen die omzetting. Hoe moet je daarmee omgaan in de toekomst? Ik denk dat we in ieder geval als er nog eens zo'n aanvraag komt altijd de afweging moeten hebben, en de vraag is of die afweging voortdurend in een beleidslijn kan worden omgezet, of dat aan de ene kant leidt tot het milieuaspect van minder amoniakuitstoot, iets wat de Provincie hoog in zijn vaandel heeft staan, of aan de andere kant leidt tot het niet meewerken en daarmee de bestaande bestemming bestendigen. Samen met de wethouder Milieu wil ik het er nog weieens met de Provincie over hebben of daar op een gegeven moment nog een beleidslijn uit te halen is maar dan kom je altijd in de afweging van het milieuaspect, dus de amoniakuitstoot, en het functionele aspect. En of daar een sjabloon op te leggen is, dat vraag ik mij af. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Ik wil dit geen eeuwig durende discussie laten worden, maar waar het hier duidelijk om gaat is het volgende. Als je het zo leest en je geeft een motivering aan waarin je zegt: in principe is het ongewenst en je laat vervolgens alles weg, dan zeg ik: dan kan iedere aanvraag komen. We hebben ook de discussie gehad over de milieuproblematiek, maar dat is een totaal andere wetgeving. Ik heb u gevraagd om Ruimtelijke Ordening een beleid te laten zijn dat synchroon loopt met milieu en dat niet milieu regelt wat op het gebied van Ruimtelijke Ordening kan. Dat vind ik slordig. Dat zijn dingen die door elkaar lopen en die dingen zouden parallel of synchroon moeten lopen. Daar gaat het me om. En: wat wil je nou met dat gebied, wat kunnen we en hoe maken we daar regels voor? Dat is wel even werken, maar het is de moeite waard, want dan ben je duidelijk. Wethouder DE BRUUN Ik kan alleen maar de eerste termijn herhalen, dat we er bij milieu naar zullen kijken. Maar op het moment dat de afweging daar plaatsvindt, dan wordt gekeken of het in technische zin voor Ruimtelijke Ordening een probleem is in relatie tot de milieuvoordelen. Maar we zijn bereid te kijken of we er iets mee kunnen doen. Akkoord. 108VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR EEN AANTAL LOCATIES TEN BEHOEVE VAN DE PLAATSING VAN SIRENEMASTEN VOOR DE VERNIEUWING VAN HET WAARSCHU WINGSSTELSEL. Mevrouw CROFT-MITTELMEUER In Breda worden we elke maand even met deze sirenes geconfronteerd en dan denken we allemaal oh ja daar heb je ze weer, maar niemand heeft er daadwerkelijk last van. Nu wordt er een voorbereidingsbesluit genomen en straks een anticipatieprocedure voor nieuwe sirenes die zogenaamd geluidsarm zullen zijn als ze worden getest. Ik vind het op zich ook wel een aardig verhaal, maar ik geloof niet dat we daar in Breda specifiek om zitten te springen. We krijgen dan wel van de wethouder te horen dat het een Rijksbeleid is en dat we er niet aan ontkomen maar dat we wel de kosten ervan mogen betalen. En dat vind ik toch wel een beetje moeilijk. In Breda

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 242