2 JUNI 1994 244 eigenlijk ook niet kunnen veroorloven en je zou dan ook bijna zeggen, als je het hebt over andere bestemmingsplannen, laat dan een ander gebied maar een beetje vertragen, want daar lossen we het dan wel op met artikel 19, maar doe het hier snel. De heer SCHRODER Ik heb een beetje dezelfde insteek als mevrouw Van Beuskom. Ik weet niet hoeveel stenen er in het slachthuis zitten, maar misschien dat er per dag wel een aantal verdwijnen, dus als we op deze weg voortgaan dan zullen we ongeveer twee en een halfjaar zien dat het hele oude slachthuis toch is verdwenen en dat in ieder geval tot sloop nooit meer hoeft te worden besloten. Maar ik denk inderdaad met mevrouw Van Beusekom dat de omliggende bewoners, die jarenlang last van dat slachthuis hebben gehad, niet al te lang met deze situatie kunnen worden geconfronteerd. Ik wil er met name ook op aandringen dat daar snel actie wordt ondernomen. Vervolgens het industrie- lawaai Ik heb uit De Stem begrepen dat het een probleem zou zijn om daar een woningbouwlocatie te realiseren. Onmiddellijk een dag later stond er al een brief van een bewoner in De Stem die, dacht ik, terecht opmerkte dat het een vrij rustig gebied is en dat daar van industriekabaai nauwelijks sprake is. De enige industrie waarvan de bewoners in de Belcrum last hebben is, gedurende een half jaar, de stank van de C.S.M. Maar kabaal, ik dacht niet dat dat een grote klacht was in die buurt. Daarom zou ik toch graag willen dat het wat anders wordt ingevuld. Wethouder DE BRUIJN In de richting van beide sprekers zou ik willen zeggen: ik wou dat het waar was. U weet allemaal dat we woningbouwprogramma's moeten realiseren en dat dit op zich een goede locatie zou zijn, ook ter afronding van de wijk Belcrum. Maar we praten met de Provincie, mevrouw Van Beusekom. Maar de Provincie is voorshands nog niet van plan haar richtlijnen in het kader van de geluidshinderzonering rond industrieterreinen op wat voor wijze dan ook aan te passen. Daarover is overleg gaande en daarvoor hebben ze een onderzoek ingesteldDe provinciale clubs verwachten dat dat onderzoek een paar jaar gaat duren. De consequenties van de zonering rond zo'n industrieterrein zijn misschien een beetje voorhistorisch, maar men gaat uit van de inrichtingen die op zo'n industrieterrein staan en men gaat vervolgens na: waar zou je die inrichtingen horen op het moment datje in een poldersituatie bent. Op basis daarvan wordt over het stedelijk gebied een geluidsgrens getrokken, of je het hoort of niet. Ik ben het volledig met de heer Schroder eens, als je daar loopt vraag je je af: is daar een industrieterrein. Maar zo heeft de Provincie nu eenmaal die contouren vastgesteld, maar we oefenen onze druk uit om dat tegen te gaan, om te zorgen dat die contouren worden aangepast. Want het is niet alleen deze locatie, maar er zijn ook nogal wat locaties in de binnenstad die binnen die contourengrens vallen. Het is toch te gek dat je in de binnenstad niet gewoon woningbouw kunt plegen omdat er in de verte ergens een industrieterrein ligt. Maar het is wel een provinciaal beleid. En wij krijgen er gewoon geen toestemming voor om daar doorheen te breken. Wat betreft het beheer het volgende. Wij hebben in ieder geval de huidige eigenaar aangeschreven om er alles aan te doen om het beheer in de hand te houden. Ik heb zelf nog geen terugmelding gezien, maar wij houden dat nadrukkelijk in de gaten, omdat wij vinden dat de verloedering daar niet nog verder gestalte moet krijgen. Maar er vindt goed overleg met de portefeuillehouder en de dienst Stadsbeheer plaats om te zorgen dat die verloedering tot staan wordt gebracht. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Ik vind het uiterst triest. Ik begrijp dat u met de rug tegen de muur staat, maar zo ziet u toch hoe de milieu verstarring af en toe wel dodelijk kan zijn voor een stadsdeel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 244