2 JUNI 1994 254 Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Mag ik de heer Van de Steenoven erop wijzen dat er ook nog andere citaten zijn en dat je heel erg moet uitkijken met watje eruit licht, want als u dit nou zegt dan kun je op hetzelfde moment zeggen: mocht behoud niet mogelijk zijn van de kerk, dan dient er in de opbouwritmering nadrukkelijkte worden aangesloten op de maat en ritmiek van de naastgelegen panden. Bovendien worden dan vier moderne verdiepingen gebouwd binnen de hoogtemaat die past bij drie oude verdiepingen. Kijk, dat staat er dus ook. Als u nou zegt: ik haal er iets uit, De heer VAN DE STEENOVEN Ik vind het heerlijk dat u alvast vooruitloopt op mijn betoog, want ik wilde juist aangeven dat dat de discussie isAan de ene kant wordt in die randvoorwaarden aan de architecten de ruimte gegeven om met een nog al tamelijk revolutionair bouwplan te komen, maar anderzijds is mij duidelijk geworden uit de inspraken en uit allerlei gesprekken eromheen dat de meeste mensen helemaal die markante verbijzondering niet willen, maar dat ze gewoon een invulling willen die sterk overeenkomt, die nauw aansluit bij de bestaande bebouwing. En dat is dus in feite de discussie waar wij nu voor staan. Maar in de concept-ontwikkelingsschets, ik heb het boekje meegenomen, staat men op bladzijde 99 die markante verbijzondering voor. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Maar kijkt u ook eens naar bladzijde 88. Pagina 99 holt een beetje door, u moet iets eerder zijn. De heer VAN DE STEENOVEN Jawel, maar op bladzijde 99 zijn die punten nog eens op een rijtje gezet. Maar dat doet er verder niet toe, want ik was helemaal niet van plan om daarover op dit moment een uitspraak te doen. Ik wil alleen maar vast stellen dat, terwijl de discussie nog volop aan de gang is met de burgerij naar aanleiding van deze ontwikkelingsschets over hoe die verschijningsvorm van dit gebouw moet worden, wij nu ineens met die artikel 19-procedure worden geconfronteerd. Ik denk dat er gewoon nog niet voldoende is gediscussieerd met de bewoners. En dat is voor mij nu hèt punt en dat is ook het moeilijke. Ik denk ook dat de mensen het als merkwaardig ervaren dat, terwijl ze bezig zijn met die inspraakprocedure, er nu al een artikel 19-procedure wordt voorgesteld. En daarom heb ik een paar vragen, aanvullend op die die al zijn gesteld. Ten eerste: is er onder de ambtelijke deskundigen en de WAM consensus over de gewenste beeldkwaliteit voor de plek als de kerk gesloopt gaat worden en voldoet dit bouwplan, waarvoor deze artikel 19-procedure is ingezet, aan die consensus over die gewenste beeldkwaliteit? Mijn tweede vraag luidt: stel dat de raad nu in meerderheid besluit tot die artikel 19-procedure, is er dan nog serieus overleg mogelijk met omwonenden/belanghebbenden over een aanpassing van het bouwplan voor wat betreft de verschijningsvorm in de komende tijd? Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Daarvan zeg ik: pas op, mijnheer Van de Steenoven. Ik heb u zo net even te vroeg verkeerd beoordeeld, daar kom ik op terug want u had een goed betoog. Maar hier op het eind zeg ik: pas op. Zeg niet: een artikel 19-procedure op een bouwplan waarop nog aanpassingen volgen. U moet dan zeggen als raad: wij hebben dit naar ons toe getrokken en wij beoordelen dat. Maar laten we ons niet in de luren leggen door het aanpassen van het bouwplan. Het moet gewoon een nieuwe bouwaanvraag zijn. Ik steek u een hart onder de riem, want ik vond uw betoog fantastisch. De heer VAN DE STEENOVEN Misschien is het nuttig om mijn vraag toe te lichten. Je zou je de situatie kunnen voorstellen als wij nu verder gaan met de procedure, dat er dan een bezwaarschriften situatie komt. Je zou dat ook kunnen omzetten in wat positiever overleg. Je zou misschien de tijd kunnen oprekken en kunnen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 254