2 JUNI 1994 257 hebben wij uw raad per brief van 29 september 1988 mededeling gedaan van de onderzoeken, van het op niets uitlopen van de onderzoeken en van de enige conclusie: sloopUw raad was vanaf 29 september 1988 ervan op de hoogte dat dit het onvermijdelijke lot was van dit gebouw en dat het college ook toen al Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Bij interruptie. Is het niet erg eigenaardig dat hier de democratie volledig om zeep wordt geholpen als de Bisschop gaat uitmaken wat blijft staan en wat niet blijft staan. Ik bedoel daar heel duidelijk mee te zeggen: wij als gemeente geven toch sloopvergunningen af en hebben toch een beleid over welke gebouwen wij graag behouden zien of niet. Zelfs tegen de wil van de eigenaren in, worden er soms monumenten van gemaakt. Als een eigenaar graag iets wil verbouwen tot een café, dan kun je zeggen: het gebeurt niet, we maken er een monument van. Waarom gaan we dan nu in godsnaam in op het verhaal van de Bisschop en zeggen we niet duidelijk: Bisschophiervoor moeten toch andere mogelijkheden zijn. Er is duidelijk een optie gedaan door verschillende groeperingen. Er zijn voorbeelden her en der in het land waar het wel kon en waar de Bisschop achteraf wel van mening is veranderd en ook heeft toegegeven dat hij blij is dat hij van mening is veranderd, omdat zo'n kerkgebouw zo mooi is geworden. Het is toch echt te gek datje daar niet veel harder aan trekt. Nu laat je je gewoon met de woordvoerder afschepen. Goed, u gaat stad en land af voor van alles en nog wat, maar u gaat niet stad en land af om met de Bisschop te praten en te zeggen: geachte Bisschop, wij willen die kerk behouden. Wat is dat toch voor een rare toestand. Wethouder DE BRUIJN Ik zal de juridische lijnen nog even helder maken voor mevrouw Croft. Ik heb net voorgelezen uit een akte die opgesteld is tussen het Bisdom, zijnde de verkoper van een pand en een koper van een pand. Daarin staat de verplichting tussen verkoper en koper. Daar komen wij als gemeente niet tussen, daar hebben we geen enkele functie in. Daar staat niet dat de gemeente het pand moet slopen. Dat heeft u mij niet horen vertellen. Wat we wel constateren is dat het Bisdom elke eigenaar, wie dan, ook houdt aan die sloop. De sloop van het gebouw. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Ik wil het volgende voorstel doen, ik kan het verhaal namelijk bekorten. Ik wil voorstellen om een onteigening op te starten, waarbij de gemeente nu zelf de kerk als grond gaat nemen en daar zelf een bestemming op vastlegt. Alles wordt onteigend wat los en vast zit, dus de kerk kan ook worden onteigend. De VOORZITTER Ik stel voor dat de wethouder eerst zijn betoog afmaakt in eerste termijn. Wethouder DE BRUIJN Dat betekent dat wij op basis van de conclusies van het rapport daar geen enkele mogelijkheid zien. Met het gegeven dat de koper een sloopverplichtingheeft, zien wij geen ander mogelijkheid dan om dit toe te staan. Er is één andere mogelijkheid, namelijk de sloopvergunning weigeren. U weet dan wat het gevolg is: dat er niet wordt gesloopt en dat het pand blijft staan in de situatie zoals het er nu staat en de tand des tijds daar rustig zijn gang kan gaan. Daar kunnen wij op één manier mee omgaan: aanschrijving. U kent het instrument ongetwijfeld. Echter aanschrijving behoeft alleen te worden uitgevoerd als dat economisch uitvoerbaar is. En ik denk dat ik daarmee gelijkheb aangegeven dat op dat moment direct een sloopmogelijkheid aanwezig is. Dat wat betreft de toekomst van dit gebouw. Als je die conclusie trekt en vervolgens ga je kijken hoe je verder gaat met de invulling, dan heeft dat iets te maken met de discussie die afgelopen jaar is gevoerd over de ontwikkel ingsschets Zandberg/GinnekenDeheer Van de Steenoven heeft daaruit geciteerd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 257