2 JUNI 1994
265
om in 1996 te verdwijnen. Een fusie dus, waarbij op deze wijze en wij hebben dat ook in de
commissie gezegd, een deel van het openbaar onderwijs in die wijk gehandhaafd blijft. Uit de
discussie bleek ook dat een groot aantal fracties de bedeling van het openbaar onderwijs binnen
die fusie erg karig vinden. Wij kunnen ons op dit moment, zoals het er nu voorligt, daarmee
verenigen. Wij willen ook tevens gebruik maken van de mogelijkheid om toch de inzet die de
bestuurscommissie heeft gedaan positief te waarderen. Het is ook de eerste keer geweest dat wij
met de bestuurscommissie Openbaar Onderwijs kennis hebben gemaakt en ik zal niet zeggen dat
wij echt onder de indruk waren, maar toch, het werk, de inzet en de energie die deze club op dit
moment in deze zaken stopt, verdient een woord van zekere waardering. Men denkt dan: die zaak
is rond, ware het niet dat toch niet het probleem op een gegeven moment bij De Voorpoort ligt,
maar dat wij nu ook al een paar keer zijn geconfronteerd met opmerkingen vanuit De Bijgaard.
Ouders en de bestuurscommissie zijn het niet met elkaar eens, onder andere over de afvloeiingsrege
ling en ook de locatie aan de Stoutenburgstraat vinden ouders niet de juiste. Wij vinden dat
buitengewoon jammer. Het probleem is datje graag wil helpen maar dat dat natuurlijk wel een
zaak is tussen ouders en het bestuur van het Katholiek onderwijs. Wij hebben een brief gekregen
gedateerd 1 juni 1994 namens de ouders en ondertekend door de heer Maas, waarin op bladzijde 2
staat dat de M.R. van De Bijgaard vooralsnog voornemens is zijn instemming aan de fusie te
onthouden. Onze vraag is: wat houdt dat in en welke consequenties heeft dat voor de verdere gang
van de fusie?
De heer DE LEEUW
De bestuurscommissie Openbaar Onderwijs heeft denk ik haar uiterste best gedaan om te redden
wat er te redden valt voor het openbaar onderwijs in deze buurt, in deze wijk. De Voorpoort is
helaas toch slachtoffer geworden van een tekort aan het aantal kinderen daar. Er waren eerst, toen
in maart de zaak aan de commissie werd gemeld, toch wat verwachtingen gewekt. Die verwachtin
gen zijn helaas niet waar gemaakt, omdat je in de onderhandelingspositie zo moeilijk komt te zitten
en je eigenlijk zo weinig in te brengen hebt, datje eigenlijk blij moet zijn met de oplossing zoals
die nu op tafel ligt. Ik zeg er heel duidelijk bij "eigenlijk blijIk ben er behoorlijk verdrietig om,
want weer gaat een stukje openbaar onderwijs in Breda verloren. Ik denk dat we ons hart vast
mogen houden voor het hele openbaar onderwijsveld en ik denk dat we daarover binnenkort eens
goed met elkaar in discussie moeten gaan. De oplossing waarvoor gekozen is en waarover we
kunnen praten en waar onze verantwoordelijkheid ligt, is dus puur het openbaar onderwijs.
Daarover heb ik net een uitspraak gedaan. Waar het gaat om de beide Katholieke scholen, die
in één stichting zitten en met één stichtingsbestuur werken, daarvoor hebben wij geen verantwoor
delijkheid. Ik heb wel in de commissie aan de wethouder gevraagd of hij in dezen naar de ouders
heel duidelijk zou kunnen maken wat de rol en de functie is en mogelijk wat vanuit de gemeente
een vorm van bemiddeling zou kunnen zijn om te voorkomen wat daar nu toch wel dreigt. Dat
is zo'n onenigheid bij het bestuur, dat het onderwijs in zijn geheel voor de buurt, voor de wijk,
in feite eigenlijk onder hoogspanning komt te staan met alle gevolg van dien. Een leegloop die
er in feite voor kan zorgen dat daar een deel onderwijs straks helemaal gaat verdwijnen en dat
zou heel verschrikkelijk zijn. Dus wat dat betreft vraag ik toch nog aan u wat voor mogelijkheden
er zijn. Verder heb ik destijds nog een vraag gesteld in de commissie, in hoeverre de inspectie
akkoord kan gaan met deze hele fusie. Ik hoop dat dat ook rond is. Ik wil mij voorts aansluiten
bij de woorden van mevrouw Boidin voor wat betreft de bestuurscommissie. Zij heeft haar uiterste
best gedaan en ik vind het jammer wat het resultaat uiteindelijk is geworden, maar ik heb toch
respect voor hun onderhandelingen.
De heer MEEUWISSEN
Op deze plaats wil de VVD nogmaals de woorden van het college in het preadvies met betrekking
tot het enigszins teleurgesteld zijn over het uiteindelijk resultaat van harte onderstrepen. Zoals