30 JUNI 1994 287 128. WIJZIGING VERORDENING OP DE GEMEENTELIJKE IDENTITEITSKAART IN VERBAND MET DE INVOERING VAN DE WET OP DE IDENTIFICATIEPLICHT OP 1 JUNI 1994. De VOORZITTER U weet allemaal als raadsleden dat u thans zo'n identiteitskaart op zak moet hebben en dat u in overtreding bent als uzich nietzou kunnen identificeren vanavond. U kuntvoor een schamel bedrag een identiteitskaart bij de gemeente aanschaffen, want ze zijn er weer. Ik zal geen peiling houden wie van u vanavond in staat is om zich te identificeren. De heer DE LEEUW Volgens mij is er toch een kopie van onze identiteitskaart aanwezig bij de gemeente. De VOORZITTER Daar gaat het niet over, het gaat erom of u zich kunt identificeren buiten deze raad. Akkoord. 129. AANWENDING BESPAARDE RAADSVERGOEDINGEN AAN BESTRHDING DISCRIMINATIE. De heer AD ANK Na de discussie in de commissie vorige week vinden we toch het voorstel nogal summier onderbouwd. Ook na de noodzakelijke correcties die we overigens op dat moment als fractie hebben ingediend, komt het geheel in de motivering nogal procedureel en ad hoccerig over. En dat overbelicht jammer genoeg toch het sympathieke doel dat het college voor ogen heeft met dit preadvies. Laat daar geen twijfel over bestaan. Het budget concerntaken B.K.C., onderdeel van de beleidsontwikkeling salarissen raad is er om raadsleden hun werk beter te laten doen en het is geen subsidiepot. Daartoe hebben we een deelbudget minderheden en we hebben nadrukkelijk in de onderhandelingen bij het programakkoord afgesproken dat het minderhedenbeleid onderdeel uitmaakt van de financiële paragraaf in de voorbereiding op de begroting 1995. Het komt daar apart in die discussie terug. Onze fractie gaat akkoord met het voorstel zoals het nu op tafel ligt. De heer DE LEEUW Het is gewoon een sympathiek voorstel dat gedaan is, een sympathiek gebaar ook. We hebben met zijn allen bij het begin van deze raadsperiode op het balkon gestaan op de Grote Markt, ook een manifestatie waarbij we in ieder geval eventjes zijn gestopt, om duidelijk te maken dat wij discriminatie ook een zaak vinden waarop wij goed moeten letten, waar we moeten kijken hoe de ontwikkelingen zijn en waar wij tegengas kunnen geven zullen we dat öök doen. Het college heeft op een verstandige wijze geprobeerd middelen te vinden om hier iets aan te doen. Het college zal ook uit een aantal prioriteiten een keuze maken waarvoor het geld wordt besteed, dus wat dat betreft is het een zeer goede zaak. Wat bij mij en mijn fractie een beetje rommelig overkwam in het begin is dat er aan het raadsvoorstel een stuk hing waarbij men verder ging dan 1994, men wilde verder gaan naar 1995. Op zich was dat zeer sympathiek omdat je dan dus ook over een wat langere termijn zaken kunt gaan plannen. Aan de andere kant is op dat moment het risico wat groter dat de plaatsen toch weer gaan worden ingevuld en datje dan met een gat in je begroting komt te zitten. Zou het mogelijk kunnen zijn dat we zeggen: als dat geld nu toch vrijkomt laten we het dan gebruiken voor ditzelfde doel? En dan valt te denken aan de periodes die dan voorbij zijn, met terugwerkende kracht. In die zin zou ik het college advies willen geven, om toch eens na te denken of het mogelijk is en of wij in die richting niet iets kunnen ondernemen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 287