30 JUNI 1994 290 algemene middelen betalen. En niet uit een toevallig vrijkomend bedrag, toevallig dan nog met zo'n specifieke lading. Met andere woorden als u vindt dat terzake in de toekomst ook geld zou moeten worden besteed, dan is de meest voor de hand liggende weg dat u dan in de toekomst bij de begrotingsbehandeling kenbaar maakt namens uw fractie, dat u vindt dat er extra geld ter beschikking moet komen. Dat betekent dat het geld dat hier vrijkomt door het niet innemen van deze zetels gewoon toevloeit naar de algemene middelen. En dan kuntu in de totale afweging een besluit nemen over hoeveel geld u wenst te besteden aan het anti-discriminatiegebeuren hier in Breda. Dat lijkt ons een goede afweging, anders ga je een structurele subsidieverhouding creëren op basis van het niet bezetten van raadszetels. Dat nu lijkt ons geen verstandig financieel beleid, maar ook niet verstandig ten opzichte van de goede zaak van anti-discriminatie want, laten we even wel wezen, het college komt niet voor niets met dit voorstelWij komen bij u met dit voorstel omdat we een heel duidelijk signaal willen afgeven. Ik zou u dus in dat opzicht in overweging willen geven: als u terzake ideeën heeft om die dan bij de begrotingsbehandeling aan de orde te stellen. Het signaal in de richting van het college is in ieder geval duidelijk. Ik heb geconstateerd dat u vindt dat wat we nu doen, namelijk de gelden van 1994 al besteden terwijl ook daar nog het risico bestaat dat er een gat valt, een prima zaak is. Wij vinden dat ook goed met het risico dat er aan vastzit maar we vinden dat voor één jaar een goede systematiek. Maar in de toekomst denk ik dat we de normale ordentelijke begrotingsprocedure moeten voeren. Als u dan vindt dat er extra geld moet komen voor het anti-discriminatie werk waarvoor, los van welke zetel dan ook, in de raad heel goede argumenten zijn te vinden dan moet u dat op basis daarvan beslissen. En niet omdat toevallig nu dat geld vrijkomt. Dat nu is één keer als signaal aardig maar de tweede, derde en vierde keer zult u dat toch structureel in het kader van de hele begroting moeten behande len. Wij horen graag wat u daarvan te zijner tijd vindt bij de begrotingsbehandeling en we zullen daarmee uiteraard als college ook rekening houden. Wethouder Van Raak is graag bereid om een enkel woord te besteden aan de exacte besteding van het geld dat binnenkomt. Wethouder VAN RAAK We hebben op dit moment in het kader van de gelden die we vanuit het minderhedenbeleid beschikbaar stellen voor het beleidsplatform tegen discriminatie een bedrag van 74.800 gulden, uit mijn hoofd. Daar hebben wij een plan onder liggen, dat kent u. We hebben deze week het eerste overleg gehad, er van uitgaande dat dit voorstel zou worden aangenomen, waar deze 40.000 eventueel mogelijkheden zouden bieden om de andere plannen die niet konden worden gehonoreerd daar aan de orde te stellen. Dat beleidsplatform heeft onder andere ook kennisgenomen van de plannen zoals ze zijn ingediend door het COS. En het beleidsplatform heeft in de vier subgroepen waarin het is onderverdeeld, u weet dat het is samengesteld uit een groot aantal participanten van het P.I. in Breda, besloten om op die terreinen te adviseren waar zij hun bevoegdheden hebben liggen: onderwijs, scholing, enzovoort. Het zijn er vier, ik heb ze niet precies in mijn hoofd zitten. Die komen terug in september, dat betekent dat het beleidsplatform eind september, begin oktober waarschijnlijk een aanbeveling zal doen. Ik ben bereid omdat het niet zozeer de bevoegdheid van de commissie is als van de raad om dit soort kleine subsidiebedragen te oormerken. Ik ben bereid u op de hoogte te stellen van wat de uitkomsten zijn van die advisering. Dat is één. Dan denk ik dat ik dan ook tegelijkertijd eventueel vervolgvoorstellen daarbij ook nog aan de orde kan stellen. De tweede opmerking is in de richting van de heer Heeren. Ik heb met het woord "zielig" niet geprobeerd op de persoon te spelen. Ik heb alleen een oordeel gegeven over uw functioneren zoals ik dat tot op dit moment heb ervaren. Ik blijf bij die kwalificatie. Het woord "zielig" dacht ik, is nog steeds terecht. Waar ik het woord "zielig" niet wil gebruiken is met betrekking tot uw gedachtengoed, ik blijf dat bedreigend vinden. De heer HEEREN Welk gedachtengoed? Dat is een algemeen begrip.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 290