30 JUNI 1994
307
al zijn gemaakt door het CDA en in de commissie. Het is zo dat het beheer vooral voor de toekomst
nogal wat aanpassingen vraagt. Het is bekend dat de beheerder praktisch niet communiceert met
degenen die gebruik maken van het gebouwde studenten en anderen en ook moeilijk communiceert
naar de gemeente toe. Dus we zullen iets daaraan moeten doen. De wethouder zal waarschijnlijk
wel daarop ingaan. Wij hebben gezegd in 1992: leg het beheer bij de woningbouwvereniging,
dat kon toen niet of er was toen geen meerderheid voor. Wellicht is toch het overwegen daarvan
nog steeds waardevol. Net zoals het CDA zegt mogen de huurders in ieder geval niet de dupe
worden van deze zaak en zal er met nadruk moeten worden gekeken naar de huur die wordt
gevraagd in relatie met de andere huren in de stad en de diensten en de verhuurde panden die
daarvoor worden geleverd. Vooral voor de toekomst is het nodig dat de afronding van de zaak
met de directievoerder op korte termijn zal plaatsvinden, daarop willen we graag antwoord hebben,
en dat er naar een nieuwe opzet van beheer wordt gewerkt, een beheer dat verbeteringen aanbrengt
als die noodzakelijk zijn en ook de bewoners in het beheer gaat betrekken. CDA, D66 en PvdA
hebben gezamenlijk een motie opgesteld waarin een uitspraak wordt gedaan over deze zaak. Ten
eerste natuurlijk over de overschrijding van het krediet en de wijze waarop de raad daarbij is
ingeschakeld. Daarnaast over de wijze waarop de kredietbewaking en de controle hebben
plaatsgevondenendaarnaasthoedeorganisatienaarhetgemeentelijkapparaatheeftplaatsgevonden
en ook de relatie tussen het college en het ambtelijk apparaat. We spreken in die motie ons
ongenoegen uit over de zaak en vragen om in ieder geval naar de beheerder orde op zaken te stellen
en daarvoor ook de commissie in te lichten. De motie is dus getekend door de heer Gielen van
het CDA, mevrouw Heerkens van de PvdA en de heer De Leeuw van D66, naast Groen Links.
De motie dienen wij bij dezen in.
De door de heer Crul ingediende motie luidt als volgt:
MOTIE (2)
De leden van de raad der gemeente Breda;
gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente
Breda;
stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt:
de raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen op 30 juni 1994 ter behandeling van het voorstel
van burgemeester en wethouders inzake aanvullende kredietaanvraag verbouwing van het klooster
aan de Nieuwstraat 21 tot en met 29 voor tijdelijke studentenhuisvesting (agendapunt 146);
overwegende dat:
- de raad op 29 maart 1993 een besluit heeft genomen over de votering van een krediet voor de
investering in de verbouwing van het klooster aan de Nieuwstraat 21 tot en met 29 voor tijdelijke
studentenhuisvesting;
- tijdens de verbouwing is gebleken dat extra investeringen zijn gedaan die niet zijn gebaseerd
op het eerder genoemde raadsbesluit;
- voor de uitgaven hiertoe geen investeringskrediet door de raad is verstrekt en deze overschrijding
de raad voor een voldongen feit heeft gesteld;