30 JUNI 1994 311 belang aan het feit dat de portefeuillehouder, zodra de informatie over de overschrijding bij hem bekend was, de raad daarover heeft ingelicht, dat mag ook duidelijk zijn. Wij volstaan dus op dit moment met ons aan te sluiten bij de motie die voorligt, niet zonder ook te hebben gemeld dat het ons onmogelijk lijkt, dat op enigerlei wijze de studenten die zich in deze huisvesting bevinden daarvan in latere instantie de dupe zouden kunnen worden. Mevrouw HEERKENS De kern van het verhaal wat ons betreft met betrekking tot die kredietoverschrijding aan de Nieuwstraat is nog niet eens zo zeer, alhoewel dat zeer ernstig isdat er in een aanvangsfase fouten zijn gemaakt, maar met name de wijze waarop daarna door het ambtelijk apparaat, specifieker het Grondbedrijf, de zaak ook is opgepakt. We willen daarop nog eens graag de visie van het college. Een paar momenten: de controle vooraf op de begroting, het bestek is onvoldoende geweest, tussentijdse controle heeft absoluut ontbroken, andere sprekers zijn ook al daarop ingegaan, waardoor Van Tooren de vrije hand had. Wat betreft de eindcontrole, deevaluatie, daar waar de eerste signalen kwamen van de kredietoverschrijding, vinden wij dat er toch eigenlijk zeer onzorgvuldig is opgetreden van de kant van het ambtelijk apparaat. De verslaglegging van een gesprek dat is gevoerd met Van Tooren ontbreekt en op zich is er geen onmiddellijke melding gedaan aan het bestuur, aan de portefeuillehouder. Ik denk dat we kunnen concluderen dat de zaak zo is aangepakt dat we nog steeds met de afwikkeling van deze zaak zitten. Er is lichtvaardig te werk gegaan en er is geen rekening gehouden, en dat is een ernstige zaak, met de positie waarin de raad zou komen te verkeren. Vandaar ook de motie en de intentie die daarin wordt uitgesproken door de collegepartijen. Naar de toekomst toe is het denk ik heel erg belangrijk om te kijken welke maatregelen er worden genomen om te zorgen dat juist het controlemechanisme dat hier zo belangrijk is, wel zijn werking doet en dat we niet meer met dergelijke onverkwikkelijke zaken worden geconfronteerd, maar ook dat we duidelijk maken aan dat gedeelte van het ambtelijk apparaat dat we dit volstrekt niet dulden. Aan de andere kant moeten we ook kijken welke mogelijk heden er zijn, de heer Gielen is daarop ingegaan, om een en ander te verhalen op Van Tooren en welke mogelijkheden er ook zijn om de relatie met deze beheerder te beëindigen. Met name daar waar wordt gesteld in de ter visie gelegde stukken dat Van Tooren zonder last of ruggespraak heeft gehandeld terwijl hem vooraf is duidelijk gemaakt dat er geen meerkosten of meerwerk zou worden geaccepteerd. Als die redenering juist is en dat vraag ik aan het college, dan denk ik dat er ook in de richting van Van Tooren het een en ander kan worden opgemerkt. Een laatste aspect: de heer Bokkelkamp heeft nogal van leer getrokken en over geruchten gesproken. Er doen zoveel geruchten de ronde, ook in het ambtelijk apparaat. Er is ook een gerucht gegaan dat de vorige wethouder van de VVD in een college heeft besloten in plaats van aan een woningbouwvereniging die met een bepaalde offerte kwam, dit project te gunnen aan Van Tooren B. V.dat is ook maar een gerucht. De heer BOKKELKAMP U bent waarschijnlijk zelf wel ongelooflijk goed in het geruchten verzinnen. Mevrouw CROFT-MITTELMEUER Ik zal als laatste dan nog even erop ingaan. De heer Bokkelkamp heeft het al heel goed verwoord, dat was al heel aardig. In de commissie hebben wij ook flink van leer getrokken en daarom vinden wij het uitermate jammer en ook, hoe moet ik het zeggen, niet netjes, en dan ben ik nog heel eufemistisch, want ik vind het erg flauw dat de andere partijen gewoon zo'n motie met z'n viertjes eventjes aan het bedenken zijn, terwijl er juist vanuit onze kant hele klare wijn is geschonken op die commissievergadering over hethandelenvan de wethouder, over het handelen van het ambtelijk apparaat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 311