30 JUNI 1994 312 De heer DE LEEUW Wilt u daarmee zeggen dat dat door de andere partijen niet is gedaan? Die suggestie wil ik nu graag van tafel. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Ik heb daarover niets gezegd, u hoort dingen die ik niet zeg maar u mag gerust horen wat u wilt horen. Ik heb heel duidelijk gezegd: wij hebben klare wijn daarover geschonken, het was duidelijk wat De Parel ervan dacht, wij hebben daarover duidelijk ook richting wethouder een woordje gesproken, zo erg zelfs dat hij bijna uit z'n vel sprong, om het dan ook maar eufemistisch uit te drukken. Dan komt er een motie. Ik vind het heel aardig, ik bekijk die, ik vind het een tamelijk slappe motie, dat is mijn eerste indruk, maar ik wil daarover straks nog kunnen nadenken en dan denk ik: waarom vragen ze niet even aan de andere partijen of die het er mee eens zijn, dan had je een raadsbreed gesteund verhaal gehad en dan had iedereen nog wat eraan kunnen sleutelen. Dat is niet gebeurd, dat is heel jammer, hopelijk zal het niet meer gebeuren. Ik vind het niet echt professioneel van de andere partijen, maar goed, dat komt misschien nog met de loop der jaren weer. Een ander verhaal, dat ik heel typerend vind De heer GIELEN Mevrouw Croft, bij interruptie, houdt dat in dat wij voortaan uw moties ook van tevoren te zien krijgen? De heer DE LEEUW Daarbij, uit de ervaring, heeft u een motie ingediend waarmee wij akkoord zouden moeten gaan, waar u zelf tegen zou stemmen. Daarover hebt u ons helemaal niet geraadpleegd. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Ik geloof niet dat ik op deze interruptie zal hoeven in te gaan. Als er een motie is waar duidelijk is dat meerdere partijen en om het maar zo uit te drukken waar alle partijen het met elkaar eens zijn in meerdere of mindere mate, dan probeer je dat samen raadsbreed uit te dragen. Er worden ook wel eens moties ingediend waarvan men zegt: het is maar de vraag of daarvoor een meerderheid kunnen vinden maar we willen een geluid afgeven. Dat is ook prima. Maar ik vind het heel vreemd, als je het met elkaar eens bent, dat dan een klein groepje apart in een kamertje kruipt en even samen een motie bedenkt. Maar goed, dat is onze mening. U hoeft het daarmee niet eens te zijn. Ik vind het heel jammer ook, dat er dus nu achteraf geld moet worden bijgelapt, om het dan maar plat te zeggen. Als een Bredanaar meer geld uitgeeft dan hij te heeft besteden, dan kan hij ook bij niemand achteraf gaan aankloppen: ik heb tekort, kun je eens even wat bijtrekken. Ik vind ook wel degelijk dat de consequenties daarvan duidelijk moeten worden gemaakt. Ik vind het erg jammer dat nu gewoon bij de raad wordt aangeklopt en wordt gezegd: kom, schudden met die hap, vierhonderd tachtig duizend gulden op tafel graag. Ik vind dat niet echt netjes en dat gaat weer ten koste van de algemene middelen, als ik het goed heb begrepen, dat betekent weer bij een ander vandaan getrokken. Dat vind ik niet zo netjes. Het is duidelijk dat het niet bij de studenten vandaan moet komen, die hebben het al kwalijk genoeg daar in dat gebouw. Die moeten veertien deuren doorlopen als ze naar buiten willen, die zitten met slechte brandbeveiligingssituaties, met overlast van elkaar en iedereen kan maar in het pand rond sjouwen. Ik vind dat niet echt netjes, dus om die reden: nietbij de studenten halen. Wat betreft de rol van het ambtenarenapparaat: de geruchten die de heer Bokkelkamp heeft gehoord hoor ik ook altijd en ik hoef ze dan niet te gaan onderbou wen, geruchten zijn geruchten, en ik hoop dat de wethouder dan weet waar we het over hebben en daarover zelf ook een keer klare wijn kan schenken. Wat is de rol van een bepaalde ambtenaar met deze projectontwikkelaar? Is hem daarvan iets bekend en is hij bereid daaraan dan ook iets te doen? Als de ambtenaren iets zolang verzwijgen, want we gaan er nog steeds van uit dat de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 312