30 JUNI 1994 314 antwoordelijkheden en de wijze van uitvoering daarvan is gewezen. Daar ligt het bij het functioneren bij het Grondbedrijf. Tot degenen die roepen: het is een uniek feit, zeg ik: inderdaad, het is een uniek feit, bij het Grondbedrijf is het voorzover ik me kan herinneren niet eerder gebeurd. De omvang is hoog, te hoog, en het had gewoon niet mogen gebeuren. Wat doen we daaraan? We proberen het naar de toekomst toe ten uiterste te voorkomen. Ik zeg bewust: ten uiterste, want garanties wil en kan ik u niet geven want tot het onmogelijke is niemand in deze wereld gehouden, maar wel tot het uiterste. Normaal gesproken wordt dit soort processen als het gaat om het beheer van gebouwen bij het Grondbedrijf ook begeleid door het Bouwbureau, dat daar technisch, inhoudelijk, ook financieel bewaakt en rapporteert. Dat proces zal verder worden aangehaald en zal ook worden bewaakt. De twijfels over de uitvoering en de twijfels over de rekeningen zijn, nogmaals, weggewerkt door de verklaring van het Bouwbureau dat nog een onderzoek heeft gedaan. Ook de verklaring van vorig jaar augustus van Bouw- en Woningtoezicht geeft aan dat daarmee aan de eisen ten aanzien van veiligheid, aan de eisen van de brandweer, wordt voldaan, voorzover ze in de regels staan die we daarvoor kennen in dit apparaat. Het college betreurt het dat uw raad niet eerder is geïnformeerd. 22 maart was voor mij in die zin dan ook geen heuglijke dag. Echt, maar wij konden het niet eerder doen, het college wist het niet eerder. Het is in de commissie Financiën 's avonds gemeld en we hebben toen nog voorgesteld of het wel of niet in de raad van 29 maart moest, maar op advies van de commissie Financiën is toen ingegeven: we doen eerst een nader onderzoek, we rapporteren er eerst over en we zorgen dat zo veel mogelijk gegevens op tafel komen. Daar liggen in ieder geval nu de feiten van het Grondbedrijf op tafel en daar ligt nu ook de relatie met de externe verantwoordelijke bouwer en beheerder op tafel. Alle fracties vragen hoe de stand van zaken daarmee nu isTen aanzien van de rapportage met het Grondbedrijf zoals u in de notities heeft gezien, worden er gesprekken gevoerd met de externen. Daar zullen wij op doorgaan en we zullen helder krijgen hoe die verhouding heeft gewerkt ten aanzien van de kredietbewaking, de rapportering en het functioneren in het bouwteam en we zullen ook aangeven welke consequenties dat inhoudelijk en extern kan hebben, maar dat kan eerst worden gegeven nadat de situatie ook met Van Tooren is afgerond ten aanzien van het overleg en de reactie daarop. De raadscommissie Stadsbeheer en Grondbedrijf zal daarover zo spoedig mogelijk worden geïnformeerd. Ten aanzien van de toekomstige beheersverhoudingen, waar ook de fractie van de PvdA, Groen Links, D66 en de VVD om vragen: het heeft natuurlijk op dit moment nog geen relaties. We moeten nog een definitieve beheersovereenkomst vaststellen, want dat is mede opgehouden op basis van de discussie zoals deze vorig jaar september is gevoerd. In het overleg met de partner zullen we daarop nader ingaan en kijken tot welke consequenties dat moet c.q. kan leiden. Ook daarover zullen wij rapporteren, maar dat kan eerst op het moment dat ook die zaak is uitgediscussieerd. Ten aanzien van de extra investering: het is niet zo, wat de Parel van het Zuiden beweert, dat daarmee anderen tekort worden gedaan. Het is zo dat op basis van de voorstellen en de berekeningen, die ook ter visie hebben gelegen, de investering rendabel is en zichzelf terugverdient, maar dat heeft wel te maken met de besluitvorming, ook in deze raad, dat we op een bepaald moment, als wij volgend jaar zouden besluiten om op dat gebied andere ontwikkelingen te willen, dan ook voor een andere situatie zullen komen te staan. De heer BOKKELKAMP Dat is nu precies wat ik in mijn betoog naar voren heb gebracht en daar heb ik grote problemen mee. Wethouder VAN DONGEN Dan was het toch het voorstel zoals dat vorig jaar op tafel lag. Als de periode korter had geduurd dan 5 jaar, dan hadden we voor dezelfde situatie gezeten dat de kosten zich niet hadden terugverdiend. Het heeft geen consequenties voor de huur, die zit op hetzelfde niveau, alleen is daar de prijsindexering ook van toepassing zoals die normaal geldt. Ten aanzien van de wijze van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 314