30 JUNI 1994 316 De VOORZITTER Kunnen wij niet eerst de tweede termijn De heer BOKKELKAMP Liever niet, neen. De VOORZITTER Neen? Anders zouden wij er een derde termijn aan vast kunnen koppelen natuurlijk. De heer BOKKELKAMP Als u dat toezegt, dan is het prima. De VOORZITTER Er hebben nu al twee fracties gesproken en het is procedureel wat lastig om zo halverwege de tweede termijn opeens te schorsen. Dan stel ik aan u voor om officieel een derde termijn in te lassen en dat nu iedereen in tweede termijn de zaak afmaakt. Over de motie mag worden gesproken omdat het een voorstel is, er mag in twee termijnen over worden gesproken, dus dat is geen punt. Dan kan nu iedereen eerst zijn betoog afmaken en hebben we even de tijd. De heer BOKKELKAMP Akkoord, voorzitter. Ik dank u voor de tweede termijn. Een heleboel zaken zijn in de eerste termijn aan de orde gekomen en ook in het antwoord teruggekomen van de wethouder. Bij mij bestaat nog steeds onduidelijkheid over de periode tussen september en maart. Ik heb nog geen duidelijk antwoord gehad, wel een heel verhaal over hoe het tot stand is gekomen, maar niet waarom. Naar mijn mening is de situatie zo: als een financiële administratie een dergelijk feit constateert, gaat het naar de verantwoordelijke manager. De verantwoordelijke manager moet het absoluut rapporteren aan het hoofd van het Grondbedrijf c.q. aan de directeur van de totale dienst. En dan vraag ik mij af, wat is daar in die communicatie dan misgelopen en waarom is dat nu niet naar voren gekomen of is het überhaupt afgefilterd op het eerste managementniveau boven de financiële administratie? Daarop wil ik antwoord hebben en dat heb ik nog niet gehoord. Als je het verhaal met betrekking tot de integriteit hoort, ik vind het zo jammer want wij hebben echt een goed ambtelijk apparaat binnen de Bredase situatie, daarover bestaat geen twijfel, en als die integriteit in twijfel wordt getrokken dan moetje toch meer doen dan alleen maar uitgaan van: ik twijfel niet aan de integriteit. Daaraan twijfel ik ook niet maar dan wil ik wel bepaalde zaken uitgezocht hebben. En wat dat betreft vind ik de antwoorden van de wethouder nog onvoldoende. De heer CRUL Even in de richting van de VVD en De Parel over het niet inschakelen voor de motie. Dit is mijn persoonlijke mening. Toen wij met elkaar aan de praat raakten over die motie hebben wij het daarover wel gehad, maar meer vanuit respect naar de oppositie toe, omdat die nu eenmaal een aparte positie in de raad inneemt, hebben wij dat niet gedaan. Ja, de volgende keer misschien wel. Als het verkeerd is overgekomen dan mijn excuses daarvoor. De heer BOKKELKAMP Zo'nhuilverhaal heb ik nog nooit van mijn leven gehoord, mijnheer Crul. Neen, echt, u overtuigt mij niet. Wij zijn in de afgelopen jaren altijd, niet: lastig gevallen, dat vind ik een wat te zwaar woord, gevraagd om welke motie dan ook mede te ondertekenen en nu bij een van die moties waarvan u weet dat wij die waarschijnlijk zouden kunnen ondersteunen, dat moeten wij nog even beoordelen en dat moeten wij nog even bespreken in de fractie, laat u het afweten? Dit zijn krokodil- letranen, daar stap ik echt niet op in.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 316