30 JUNI 1994
322
staan. Wij stellen dan ook voor om dat besluitpunt 1"ongenoegen"te veranderen inafkeuring
Dan kunnen zowel de Parel van het Zuiden als wij ook met de motie akkoord gaan, want anders
vinden we deze motie eigenlijk redelijk bloedeloos. Ik denk dat de situatie dusdanig is dat er een
wat krachtiger taal kan worden uitgesproken. Het tweede punt. Er zitten toch nog wat twijfels,
wat zaken in de beantwoording van de wethouder, waarmee we wat moeite hebben. De zaken
worden niet echt duidelijk, wat er nu precies is gebeurd. De wethouder kan zeggen: de integriteit
van het ambtelijke apparaat - en dan zeg ik erbij: gelukkig - is niet in het geding. Ja, dit soort zaken
blijft rondzingen. Er komen steeds nieuwe geruchten, er worden steeds nieuwe feiten aangedragen
of zaken of geruchten of wat dan ook, en dat wil ik eens en voor altijd uit de wereld hebben.
Daarmee is alleen maar het college gebaat en daarmee is het ambtelijk apparaat gebaat en daar
gaat mijn belangstelling heen. Overigens is het niet zo dat je als raadslid met betrekking tot het
ambtelijk apparaatje te veel daar in kunt treden, daarin mag treden, in wat er gebeurt aan zaken.
Dat is een zaak van het college en van de gemeentesecretaris met de verantwoordelijke managers.
Dus wat dat betreft moet je daar denk ik niet in treden en daarbij blijft het de verantwoordelijkheid
van het betreffende collegelid.
De heer VAN DE STEENOVEN
Bij interruptie. Is dit nu ook het standpunt van De Parel? Want u zei te spreken mede namens De
Parel, want dat is toch wel in strijd met
De heer BOKKELKAMP
De standpunten ten opzichte van de motie zijn namens De Parel en ik geef er een eigen invulling
van het ambtelijk apparaat bij. Ook gezien de feiten en de situatie zoals deze is ontstaan hebben
de VVD-fractie en de fractie van de Parel van het Zuiden en ik neem aan ook de overige fracties,
maar we hebben dat helaas niet kunnen overleggen omdat de motie net is opgesteld, behoefte aan
een onafhankelijk accountantsonderzoek naar deze kredietoverschrijding. Het blijft niet bij een
onderzoek van het Bouwbureau of wat dan ook, neen, het moet een onafhankelijk onderzoek zijn
waarbij eens en voor altijd vast komt te staan dat de integriteit van het ambtelijk apparaat voorop
staat en waarbij de feiten zoals ze zijn ontstaan aan het licht zijn gekomen. Hierbij wil ik dan mede
namens de Parel van het Zuiden deze motie indienen.
De door de heer Bokkelkamp ingediende motie luidt als volgt:
MOTIE (31
De leden van de raad der gemeente Breda;
gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente
Breda;
stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt:
de raad van de gemeente Breda, in vergadering bijeen op 30 juni 1994;
kennis genomen hebbend:
- van de beraadslagingen met betrekking tot het voorstel van burgemeester en wethouders inzake
een aanvullende kredietaanvraag verbouwing van het klooster aan de Nieuwstraat voor tijdelijke
studentenhuisvesting (raadsvoorstel 146);
overwegende dat: