30 JUNI 1994 324 De VOORZITTER Ik vraag even aan de indiener van de motie of hij daaraan behoefte heeft. De heer CRUL Wij zullen de tekst niet wijzigen, wij hebben zeer uitvoerig daarover gepraat en "haar ongenoegen" vinden wij voldoende tot uitdrukking brengen wat wij in wezen in de motie en ook in de discussies hebben ingebracht. De heer BOKKELKAMP U bent omgepraat, zo te horen, mijnheer Crul. De heer CRUL Omgepraat? De heer BOKKELKAMP Ja, want uw verhaal bij de commissie was toch iets anders. Toen nam u zelfs een motie van afkeuring in uw mond. De heer CRUL Neen, dat heb ik niet, dat hebt u verkeerd. U luistert altijd selectief, dat weet ik wel, maar nu hebt u toch zeer selectief geluisterd. De heer BOKKELKAMP Dat moeten we wel bij u. De VOORZITTER Ik stel dus vast dat de beraadslaging over de motie van de vier collegepartijen is afgerond. De stemming nog niet. Wat betreft de beraadslaging over de motie ingediend door de VVD en door De Parel van het Zuiden. Wie van u heeft behoefte om daarover het woord te voeren. De heer DE LEEUW Die motie is natuurlijk een mooie poging van, watje misschien de nieuwe fractie "vrije strijders van het zuiden" zou kunnen noemen, maar dan vertolkt door de VVD en op hun papier in feite ondertekend door de beide fracties. Als je de punten even doorneemt dan kunnen wij het op een aantal zaken dus niet ermee eens zijn. Ten eerste, de overweging bij het, eerste streepje, dat de zaak nog steeds niet duidelijk is. Ik denk dat voor ons allemaal de zaak redelijk duidelijk is, dat de zaak fout is gegaan, hoe het fout is gegaan en dat het college ook alles in het werk zal stellen om te zorgen dat de zaak goed wordt aangepakt om het in de toekomst te voorkomen. Ten tweede, als je uitgaat in je overwegingen van geruchten, dan vraag ik mij af op wat voor wijze wij deze stad nog kunnen gaan besturen. Als dat een onderdeel moet worden en als je dat dan ook aanneemt in de raad, dat geruchten dus waarheid zullen moeten worden, dan denk ik dat wij op een verkeerde weg zijn. Vervolgens het besluit. Ten aanzien van het besluit, het accountantsonderzoek: er heeft naar onze mening ook een accountantsonderzoek plaatsgevonden destijds bij de jaarrekeningen, en daar is niet veel bij gevonden. En ik denk ook helemaal niet dat een accountantsonderzoek een middel is om belangenverstrengeling in procedures De heer BOKKELKAMP Dat ligt eraan wat voor soort onderzoek het is. Niet een normaal onderzoek bij de jaarrekening wel een bijzonder onderzoek. En daar vraag ik in deze situatie om.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 324