30 JUNI 1994 332 kunnen doen. Wat dat betreft is dat een aspect dat ik zeer betreur. Wat het belangrijkste naar mijn idee verder hieraan nog is, is het volgende: er wordt aan gedacht om ter vervanging van deze proef nog eens iets te gaan doen met metalen bijvoorbeeld, nadat de burgers dan een periode met rust zijn gelaten, maar ik ben bang dat je dit echt voor een hele lange periode nu zo hebt gemanoeu vreerd, dat je er dat niet meer in krijgt bij de burgers en dat vind ik een spijtige zaak. De heer BOER Ik heb het geluid gehoord uit de burgerij dat men er eigenlijk wel voor was om de verpakkingen te scheiden. Men heeft er ook veel aan gedaan, alleen was men fel tegen het systeem. Het waren veel te lichte zakken die gewoon door de wijk heen dwarrelden en op een gegeven moment kon men niet begrijpen waarom het zo was opgezet. Wat mij betreft ben ik dus blij dat het stopt. Het mag ook eerder stoppen. Dat is eigenlijk ook de reden waarom in ieder geval mevrouw Croft en ik tegen zijn. De VOORZITTER Tegen? Hoe bedoelt u? Maar u zei dat het wat u betreft veel eerder had mogen stoppen. De heer BOER Het had gewoon met onmiddellijke ingang moeten stoppen. De VOORZITTER Maar dan veronderstel ik dat u nu vóór bent. Als u hiertegen zou stemmen dan zou u bij wijze van spreken daarmee aangeven dat het door moet gaan. Denkt u er nog even over na. Wethouder MAAS Ik ben blij dat ik in de gelegenheid wordt gesteld om er hier naar aanleiding van deze proef en naar aanleiding van de vragen wat uitgebreider op in te gaan. Ik vind het jammer dat dit raadsvoorstel in zo'n mineurstemming wordt behandeld. We praten in feite over het grote succes van deze proef. De afvalstromen zijn met meer dan 50 omgebogen, meer dan 50 van de totale afvalstroom wordt hergebruikt, dus ik zou zeker niet willen spreken van een mislukking, ik zou ook niet willen spreken van communicatie die mis zou zijn gegaan. Ook niet in de richting van de raad overigens. Deproef als zodanig is geslaagd. Het experiment inhet bijzonder met betrekking tot de verpakkingenzak is mislukt. Dat ligt niet aan de burgers, die hebben voldoende bereidheid getoond om het huishoudelijk afval gescheiden aan te leveren. Dat ligt meer in de verwerkbaarheid van de verpakkingenzak en daarvan is de raad de afgelopen maanden regelmatig op de hoogte gesteld. In de loop van het afgelopen jaar zijn er vier, vijf, misschien wel zes keer, schouwingsrap porten ter visie gelegd voor de leden van de commissie Milieu en Energie en die schouwingsrappor ten gaven in de loop der tijd toch wel het beeld te zien, dat het met de inzet van de burgers op zich redelijk was gesteld maar dat het met de nascheiding een stuk minder goed was gesteld. Kennelijk zijn de hoge verwachtingen van de nascheidingsinstallaties niet bewaarheid geworden, maar ik ontken ten stelligste dat de raad daarvan niet voldoende op de hoogte zou zijn gehouden. Voorzitter, u zegt dat er een aantal stemverklaringen is, maar ik heb van mevrouw Boidin toch een vraag gehoord met betrekking tot de kosten van de verlenging. Die drie maanden, inderdaad een paar ton worden voor het overgrote deel gedragen door de stichting Verpakking en Milieu en het Ministerie van VROM. De kleine bijdrage van de gemeente van 35.000,— was begroot in het budget begeleiding proef afvalinzameling. Ik denk dat die bijdrage verantwoord is. Ik denk dat het heel onverstandig zou zijn als we vrij plotseling, bijna in een paniekreactie van de ene op de andere dag zouden gaan beslissen: nu stoppen we ineens met die zakken, alsof daarover niet zou zijn nagedacht of iets dergelijks, er is wel degelijk over nagedacht. We behandelen hier een uitgebreide evaluatie die ons een totaalbeeld geeft van hoe het in het afgelopen 1 xh jaar met dit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 332