30 JUNI 1994 335 161HET GARANDEREN VAN DE RICHTIGE BETALING VAN RENTE EN AFLOSSING VAN EEN DOOR DE WONINGBOUWVERENIGING ST. JOSEPH AAN TE TREKKEN GELDLENING GROOT 6.300.000,- IN VERBAND MET DE CONVERSIE VAN EEN REEDS EERDER GEGARANDEERDE GELDLENING. 162. HET GARANDEREN VAN DE RICHTIGE BETALING VAN RENTE EN AFLOSSING TER ZAKE VAN EEN HYPOTHECAIRE GELDLENING GROOT 260.000,- TE VERSTREK KEN DOOR HET H.N.G. AAN MEVROUW C.M. MEURSING EN DE HEER A. A. SPEEKENBRINK TEN BEHOEVE VAN HET AFLOSSEN VAN DE BESTAANDE HYPO THEEK, HET SLOPEN EN HERBOUWEN VAN EEN WONING AAN DE OOSTER STRAAT 120. Akkoord. 163. VASTSTELLING VAN DE JAARREKENING 1993. De heer DUBBELMAN In het programakkoord wordt gesproken over een opwaardering van de rekeningscommissie, maar los daarvan is het vaststellen van de jaarrekening toch een belangrijk onderdeel om nog eens in te gaan op een verantwoording die daarin wordt gegeven op het gevoerde beleid in het jaar 1993. Om te beginnen: namens de CD A-fractie een welgemeend compliment voor het tijdstip waarop we nu zelfs de rekening niet voorlopig, maar zelfs definitief vaststellen, nog net een kwartier voor 1 juli en dat is toch een prestatie en in dat verband zou ik via de wethouder daarbij de betrokken ambtenaren en alle diensten een welgemeend waarderend woord willen toespreken. Ik heb er des te meer behoefte aan omdat het ambtelijk apparaat de hele avond toch wel eens wat ondoordachte kwalificaties door andere raadsleden zijn toegedicht. Wat opvalt bij deze jaarrekening is een in mijn herinnering, maar ik ben niet zo lang raadslid maar volgens mij is het een exceptioneel, misschien wel een absoluut record wat betreft een batig saldo van 18 miljoen. Ik weet niet of dit wel eens eerder is vertoond in Breda. Dan zou je kunnen zeggen: dat is gewoon heel mooi, het gaat de goede kant op, 1991 een batig saldo van 7 miljoen, 1992 15 miljoen, 1993 18 miljoen. "Still going strong" zouden de Engelsen zeggen. Ik moet u toch wel zeggen dat in onze fractie meer de indruk bestaat, in zekere zin: "still going wrong", omdat hoe je het ook wendt of keert qua essentie het overschot op een jaarrekening toch een teken is dat de begroting, wat je daarin voorneemt, in feite niet is uitgevoerd en dat is toch wel een punt dat ons zorgen baart. Wij willen hierbij voorbijgaan aan een ander zorgpunt, dat de onderlinge verrekening tussen de diensten nog niet in orde is, dat de administratieve organisatie enige kritiek ontmoet. Wij willen daaraan voorbijgaan gezien de reorganisatie van de gemeentelijke diensten. Maar toch baart het feit dat we zoveel miljoenen overhouden ons zorgen, ook al als je in het vervolg daarvan constateert dat het merendeel van die 18 miljoen als je het allemaal op gaat tellen in tientallen potjes gaat zitten: de algemene reserve, de bestemmingsreserve, de voorzieningen. Al met al ontstaat er voor een normaal raadslid dat geacht wordt dit werk te doen, soms na zijn werkkring, een heel onoverzichtelijkgeheel, wathet meebesturen wat dat betreftmoeilijkmaakt. Ik kan u wat dat betreft wel weer gerust stellen dat we erg blij zijn geweest dat de betrokken wethouder namens het college in de rekeningscommissie heeft toegezegd dat over de omvang van de reserves, algemene reserve, bestemmingsreserveenvoorzieningen,eenbuitengewoongoedeinhoudelijkediscussiezal worden gevoerd. Wij nemen met die toezegging heel graag genoegen. Wij vinden dat ook een heel belangrijk punt waarop wij zeker alert zullen reageren op het moment dat die in de commissie aan de orde komt. Tot slot twee opmerkingen. De ene betreft een discussiepunt in onze fractie, dat wij bij de jaarrekening 1993 toch weer constateren, en dat is een trend die zich ook voortzet in het sociaal jaarverslag als het gaat over de eerste vier maanden van 1994, dat de omvang van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 335