23 FEBRUARI 1994
31
2. Rondvraag.
AANWEZIG: DE HEREN E.H.T.M. NIJPELS, VOORZITTER; A.C.A.M. ADANK, DE
DAMES J.M.A. VAN BERGEN-NIJEHOLT, L. VAN BEUSEKOM-NIX, DE HEREN C.P.M.
BLOMMERS, J.L. BOKKELKAMP, R.E.I. VAN DE BOSCH, MEVROUW J.M.J. BROSKY-
WESTDORP, DE HEER E. DE BRUUN, WETHOUDER; MEVROUW H.W.D. DAMMER
NOORMAN, DE HEREN H.C. VAN DONGEN, W.P. VAN DONGEN, WETHOUDER; C.O. W.
DUBBELMAN, P.R. DUS, W.M.M. VAN FESSEM, WETHOUDER; N. GARRITSEN, J.H.A.
VAN GURP, DE DAMES M.P. HEERKENS, M.M.C.W. HEESSELS, DE HEREN J. VAN
HEUSDEN, A.W. KOEKKOEK, WETHOUDER; E.J.M. DE LEEUW, F.L. MAAS, DE DAMES
A. W. NEEB-WIEGERSMA, C.C. NOOTEBOOM, DE HEREN N.G.M. VAN OS, M. PEETERS,
H.J.F. VAN RAAK, WETHOUDER; F.L.M. RöMKENS, R.G.P. SANDBERG, W.J.G.
SCHRöDER, H.L. SINKE, P.J. VAN DE STEENOVEN, J.P.W.A.A.M. TAKS, WETHOUDER;
MEVROUW J. WOUTERS-KOOTSTRA, DE HEER B. OUWERKERK, SECRETARIS.
AFWEZIG:
MEVROUW M.J. BOIDIN-VAN HOEVE, DE HEREN N.M.E.C. DERUCKERE, J.P.M. GOOS,
J.P.E.M. MEEUWISSEN, MEVROUW J.C. VAN DER POEL.
De VOORZITTER opent de vergadering om 19.30 uur met het gebed.
De VOORZITTER
Ik heet u van harte welkom bij de beraadslaging over de Kadernota 1995.
De heer VAN GURP
Ik wilde even mededelen dat de gemeente Breda niet in staat is ondanks herhaalde vragen onzerzijds
om voor haar eigen mensen een fatsoenlijke fietsvoorziening te realiseren.
De VOORZITTER
Maar dat behoort niet tot de mededelingen. Het is weliswaar een interessante mededeling en de
heer Adriaansen zal weer de zoveelste actie ondernemen om te zorgen dat het goed voor elkaar
komt.
BEëDIGING NIEUW RAADSLID R.E.I. VAN DE BOSCH.
De VOORZITTER
Aan het begin van deze vergadering is allereerst aan de orde de beëdiging van het nieuwe raadslid,
de heer Van de Bosch; tot zijn toelating hebt u in de vorige vergadering besloten. Ik verzoek de
gemeente-secretaris de heer Van de Bosch naar voren te brengen. Ik verzoek u allen te gaan staan.
De heer Van de Bosch heeft er voor gekozen om de eed af te leggen. Allereerst de eerste eed:
de zuiveringseed. "Ik zweer dat ik om tot lid van de raad benoemd te worden rechtstreeks noch
middellijk onder welke naam of voorwendsel ook enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik
zweer dat ik om iets in dit ambt te doen of te laten rechtstreeks nog middellijk enig geschenk of
enige belofte heb aangenomen of zal aannemen"
De heer VAN DE BOSCH
Zo waarlijk helpe mij God almachtig.