30 JUNI 1994
343
stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt:
de raad van de gemeente Breda, in vergadering bijeen op 30 juni 1994;
kennis genomen hebbende:
- van de beraadslagingen naar aanleiding van de door de VVD gehouden interpellatie ter zake
deelname van een lid van de fractie van Groen Links in de Raad van Commissarissen van de BRIM;
overwegende dat:
- de Raad van Commissarissen van de BRIM tot voornaamste taak heeft gronden ten behoeve van
kantoor- en industrievestigingen te verkopen;
- de fractie van Groen Links in meerderheid, met uitzondering van haar vertegenwoordiger in
het college, telkenmale in raads- en commissievergaderingen tegen iedere vorm van grondverkoop
stemt;
- derhalve de geloofwaardigheid van de vertegenwoordigster van Groen Links in de Raad van
Commissarissen van de BRIM in het geding is:
spreekt als zijn oordeel uit:
in meerderheid geen vertrouwen te hebben dat de verkoop van gronden in het algemeen, maar
in het bijzonder door de Raad van Commissarissen van de BRIM door deelneming van mevrouw
A. Kokx op adequate wijze wordt behartigd;
besluit:
1de fractie van Groen Links te verzoeken haar vertegenwoordigster in de Raad van Commissaris
sen van de BRIM terug te trekken;
2. het college uit te nodigen zo spoedig mogelijk een benoemingsprocedure op te starten voor een
nieuw lid voor de Raad van Commissarissen van de BRIM zijnde geen lid van de Groen Links
fractie;
en gaat over tot de orde van de vergadering.
De VOORZITTER
Moet ik het nog een keer voorlezen? Heeft de wethouder nog behoefte aan een reactie op de motie?
Wethouder VAN FESSEM
Zoals eerder gezegd heb ik tot nu toe geen enkele twijfel over het functioneren van de Raad van
Commissarissen van de BRIM in het algemeen en mevrouw Kokx in het bijzonder. Dus ik heb
geen behoefte aan die motie. Sterker nog, ik zou de raad willen aanraden om haar te verwerpen.
De heer BOKKELKAMP
Dat u dat met droge ogen kunt zeggen.