5 JULI 1994 349 door allerlei bezuinigingen op andere posten, dan wel hoe uw prioriteiten voor 1994 c.q. 1995 zullen liggen. Indien naar het oordeel van De Parel op 1 augustus of op 1 september mocht blijken dat uw college het huiswerk niet of onvoldoende heeft gedaan dan zal De Parel zich genoodzaakt zien een motie van wantrouwen tegen het gehele college in te dienen. Daar alle Bredanaars naar ik vrees de financiële gevolgen van dit wanbeleid zullen dragen meen ik dat alle stukken openbaar dienen te worden gemaakt. Ik heb in mijn motie gezet: alleen maar de stukken betreffende de schouwburg, maar zoals u weet zijn er ook allerlei stukken waarvan ik niet weet of ze wel dan niet openbaar zijn of openbaar mogen worden gemaakt, zoals de boeteclausule met het concern Van der Valk, die is ook belangrijk voor de beschouwingen betreffende de schouwburg, ook die stukken behoren mijns inziens openbaar te worden gemaakt. Ik zal derhalve een motie indienen waarbij ik aan de raad vraag om de destijds opgelegde geheimhouding c.q. vertrouwelijkheid van de stukken de schouwburg betreffende bij dezen op te heffen. De door de heer Verpaalen, door alle leden van de Parel van het Zuiden ondertekende, ingediende motie luidt als volgt: MOTIE m De leden van de raad der gemeente Breda; gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente Breda; stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt: de raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen op 5 juli 1994; overwegende dat; er een openbare discussie gaande is over het bedrijfsplan voor de schouwburg en de schouwburg als geheel; de burgers van Breda nauw betrokken willen zijn bij deze discussie en derhalve volledig geïnformeerd dienen te worden; besluit: de geheimhouding rond alle stukken betreffende de schouwburg op te heffen en deze openbaar te maken; en gaat over tot de orde van de vergadering. De VOORZITTER Door de fractie van de PvhZ is een motie ingediend die is ondertekend door een viertal raadsleden. De motie kan daarmee onderdeel uitmaken van de beraadslaging, zij kan worden vermenigvuldigd en rondgedeeld. De heer BOER Ik was toentertijd een van de mensen die wel bij de ontwikkeling is geweest. Wij menen echter terecht om een spoeddebat te hebben gevraagd met het argument dat de politiek het niet kan maken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 349