5 JULI 1994 365 minimaal. Mij dunkt toch als een van je voormannen en dat is een wethouder uiteraard als het goed is, zo wordt aangevallen, zo op termijn met zijn politieke levenseinde wordt bedreigd, dan moetje er ook wat scherper stelling tegen nemen. Ook dat is de eigen keus van de CD A-fractie uiteraard. Bij ons zou dat anders gaan. De heer SINKE U probeert met alle geweld een wig te drijven in de coalitie, dat begrijp ik wel, maar ik reageer er niet op. De heer TAKS U heeft aan één compliment genoeg begrijp ik. Dat respecteren wij uiteraard ook, maar toch lijkt het me goed dat duidelijk wordt uitgesproken welke belangen in het geding zijn en wij willen niet de indruk wekken, ik dacht dat dat niet uit mijn woorden kon worden opgemaakt, dat wij hier boter uit willen braden. Wij hebben maar één doel voor ogen: de schouwburg volgend jaar laten openen en als het enigszins kan in de aanwezigheid van de huidige wethouder van Cultuur. Geen enkel probleem. Wij vinden de aanpak van het college een goede. Alleen trekken wij in twijfel of de politieke basis er is. Misschien zijn wij te somber, het zal blijken. Toch lijkt het me van belang dat we de raad een uitspraak ontlokken. Het is normaal dat dit soort debatten met een motie wordt afgesloten. De Parel heeft meerdere moties achter de hand. Wij hebben er maar een. Wij dienen een motie in die u moet zien als een motie van ondersteuning van het college. De motie is mede ondertekend door de leden van de Parel van het Zuiden. De door de heer Taks ingediende motie luidt als volgt: MOTIE (2) De leden van de raad der gemeente Breda; gehoord de beraadslaging naar aanleiding van het rapport "Doorlichting concept-bedrijfsplan Chassé-theater"; gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente Breda; stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt: de raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen op 5 juli 1994 ter behandeling van agendapunt II, verzoek van de VVD en de Parel van het Zuiden om een extra raadsvergadering; gelezen de aanbiedingsbrief de dato 1 juli 1994 van het college van burgemeester en wethouders bij genoemd rapport; - onderschrijft het oordeel van het college van burgemeester en wethouders, dat de resultaten van de doorlichting, zoals weergegeven in genoemd rapport, reden geven tot grote zorg; - stemt in met het voornemen van het college van burgemeester en wethouders om in september aanstaande tot een goed afgewogen besluitvorming inzake het Chassé-theater te komen; en gaat over tot de orde van de vergadering.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 365