5 JULI 1994 374 Mevrouw CROFT-MITTELMEUER Voor het najaar, sorry, ik had verstaan: november. Ik hoop meer dan er is, dat is duidelijk. Voor het najaar is er een bedrijfsplan opgesteld, daar is aan gewerkt, en dan besluitu in mei ineens naar aanleiding van de begroting van de schouwburg, het naar voren te halen. En wat is de conclusie van Twijnstra-Gudde? Dat het een knudde bedrijfsplan is, in elkaar geflanst om het zo maar te zeggen. Dat strookt er dan toch niet mee als vanaf het najaar al eraan is gewerkt? Wethouder VAN FESSEM Het bedrijfsplan is gemaakt vóór het najaar, dat was de bedoeling. Niet vórig: vóór het najaar zei ik. Mevrouw CROFT-MITTELMEUER Wanneer is dat dan begonnen? Zeg dan maar gewoon wanneer het is begonnen. Wethouder VAN FESSEM Het bedrijfsplan bestaat uit verschillende onderdelen. Een onderdeel ervan is bijvoorbeeld het artistiek programma. Dat moet daarin worden opgenomen en dat was gepland voor in het najaar. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Welk najaar? Wethouder VAN FESSEM Nu, dit najaar. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Het wordt me niet duidelijk. Ik hoor geen data, ik hoor echt geen data. Wethouder VAN FESSEM 1994. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Dus u had gedacht in november 1994 een bedrijfsplan te hebben? Wethouder VAN FESSEM Ja. Mevrouw CROFT-MITTELMEUER Maar u was wel bezig met een raadsvoorstel voor een eventuele verzelfstandiging van de schouwburg. Wethouder VAN FESSEM Ja. Mevrouw CROFT-MITTELMEUER Dat is toch raar? De combinatie die wordt gemaakt wordt van een bedrijfsplan en verzelfstandiging. Iedereen Wethouder VAN FESSEM Dat gebeurt toch in dat traject. Dat is toch een heldere zaak? Terwijl de verzelfstandiging vorm wordt gegeven, wordt het bedrijfsplan daarin meegenomen, dat lijkt me zo klaar als een klontje.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 374