22 SEPTEMBER 1994 391 voorstel zoals dat nu aan de raad is voorgelegd. Er moet extra geld bij. Is daarmee het project een debacle geworden, zoals op menige plaats te lezen is of te horen valt? Naar onze mening niet. Laat het helder zijn en dat zijn wij in de commissie ook geweest, dat de D66-fractie veel moeite heeft met het extra geld dat nu voor de schouwburg wordt uitgetrokken en dat wij er in onze fractie lang over hebben gesproken, waarbij de meningen lang niet altijd op een lijn lagen. Je moet echter op een bepaald moment tot een besluit komen. Dat besluit wordt in de raad vertaald in: voor of tegen, ja of neen. Voor wij echter zo ver zijn hebben wij nog enkele vragen die na de commissiebe handeling van vorige week woensdag zijn blijven liggen. In die commissiebehandeling hebben wij nadrukkelijk gevraagd, en ik ben blij dat het CDA zich nu ook daarbij aansluit, om een plan van aanpak ten aanzien van de controle op het proces voor de periode vanaf nu tot de verzelfstandi ging van het Chassé Theater. Wanneer en hoe mogen wij dat tegemoet zien? Wat zijn de effecten van de financieringswijzen die in dit raadsvoorstel zijn opgenomen voor met name het fonds Stadsvernieuwing en voor de grote projecten? Is dit duidelijk inzichtelijk te maken en wanneer kunnen wij hierover verder discussiëren? Verder willen wij meer duidelijkheid over wat zich heeft voorgedaan in de periode van december 1993 tot en met het moment dat de begrotingsbehandeling in het college plaatsvond. In de commissie is de wethouder hierop al ingegaan en ik hoef dus niet alles te herhalen wat dat betreft, maar voor ons is het van belang om met name te weten of bij de programonderhandelingen een signaal gegeven had kunnen worden of moeten worden. Waarom is dat niet gebeurd, waarom was u op dat moment niet of onvoldoende op de hoogte om het probleem destijds bij de programonderhandelingen in te brengen? Hier is uw kans om in deze raad politiek verantwoording af te leggen en duidelijk te maken hoe het met de politieke verantwoording zit. Daarbij kondig ik nu al aan dat mijn fractie na de beantwoording van het college in eerste termijn om een schorsing zal vragen om ons over de antwoorden te kunnen beraden. Een oplossing zoals die nu door het college wordt aangeboden staat op gespannen voet met het programakkoord en de ingekomen brief van het CDA spreekt wat dat betreft voor zich. Wij vinden het erg jammer dat Groen Links niet heeft deelgenomen aan de onderhandelingen. Daar was men zich ook bewust van het feit dat het om meerdere elementen ging bij het oplossen van dit probleem. De heer SCHRODER Bij interruptie. Een vraag aan de heer De Leeuw. Welke onderhandelingen bedoelt u? Die van 's middags, die van de avond daarvoor of die van de avond waarop wij weg zijn gelopen? De heer DE LEEUW Ik denk dat de fractievoorzitter van Groen Links net zo goed weet dat er in coalitieverband vaak gesproken wordt. We hebben in openbaarheid onderhandeld en daar bent uzelf bij geweest en daar bent u bij weggelopen, ja, dat klopt. Door steeds alleen maar te hameren op de politieke verant woordelijkheid met daaraan gekoppeld de uitspraakdat het vertrouwen in de wethouder van Cultuur werd opgezegd, nog vóórdat deze zich kon verdedigen in commissie en raad, en door dan vervolgens het college te beschuldigen van misleiding, heeft de fractie van Groen Links zichzelf buiten spel gezet. Zwarte pieten kan een heel leuk gezelschapsspel zijn. Maar in de politiek loopt dat vaak uit op een drama en wij zijn dan ook erg benieuwd hoe Groen Links zich vanavond zal opstellen en wat voor politieke gevolgen zij zelf daaruit zal trekken. Rest mij in de eerste termijn nog op te merken dat we te maken hebben met een groot project. En terecht ligt het zwaartepunt bij cultuur en bij de insteek van de kostenbewaking, dat mag heel duidelijk zijn. We mogen echter niet vergeten dat er ook economische belangen een rol spelen die ertoe bijdragen dat er extra werkgelegenheid wordt gecreëerd. Meer mensen aan het werk is uiteindelijk ook een doel dat in deze raad door alle partijen wordt gedragen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 391