22 SEPTEMBER 1994 394 om het uitgavenniveau verder op te voeren, wat naar onze mening, op basis van onze kennis van zaken van dit moment gelet op de toestand van de gemeentelijke financiën, niet direct voor de hand ligt. Het is in onze ogen hoogst ongelukkig dat dit voorstel over het bedrijfsplan van het Chassé Theater door het CDA, D66 en de PvdA politiek wordt gekoppeld aan een aantal vage plannen waarvan wij op dit moment de financiële gevolgen niet kunnen overzien. Op 12 april, bij het aantreden van het nieuwe college, heb ik gezegd dat de VVD geen enkel vertrouwen in het college heeft. Dit standpunt heeft niet te maken met de personen die in het college zitten maar met de politieke grondslag van het college. De VVD-fractie heeft alleen vertrouwen in een college als de VVD-fractie daarin is vertegenwoordigd. Deze benadering houdt niet in dat wij niet bereid zouden zijn de voorstellen van een college zonder VVD-wethouder zakelijk te beoordelen. Dat is althans onze mening en dat is ook sinds 12 april een bestendige gedragslijn van de fractie geweest. De voorstellen van het college en ook dit voorstel worden door ons louter op zakelijke gronden en zonder enige vooringenomenheid beoordeeld. Hetzelfde geldt voor de vraag of een wethouder al dan niet het vertrouwen moet worden opgezegd. We zullen de dag prijzen waarop dit college ophoudt te bestaan. Maar het oordeel van de VVD-fractie over de wijze waarop de individuele wethouder zijn portefeuille behartigt is voor de VVD-fractie nimmer een kwestie van politiek opportunisme. Ik hoop hiermee onze positie in het debat duidelijk gemaakt te hebben. De heer SCHRODER Het CDA heeft de verkiezingen gewonnen. Het zal u verbazen. Natuurlijk niet getalsmatig, wij herinneren ons immers de forse electorale nederlagen van dit voorjaar. Maar het gedachtengoed van het CDA neemt toch hand over hand toe. Steeds vaker zien we dat het geloof de basis vormt voor het politieke handelen en de politieke meningsvorming. Ook de burelen aan de Claudius Prinsenlaan kunnen aan deze ontwikkeling niet ontkomen. Het begon met Reg ten Zijthoff die ons uitlegde datje in de nieuwe schouwburg moet geloven. Als volgzaam wethouder kon de wethou der van Cultuur natuurlijk niet achterblijven. Geloof me, zegt hij, over twee jaar draait die tent als een lier. Inmiddels heeft ook de gemeentesecretaris, toch meestal een vrij nuchter man, zich in het rijtje van gelovigen geschaard. Ook hij meende net als vele andere top-ambtenaren rechtstreeks de publiciteit te moeten opzoeken en in dagblad De Stem aan den volke te moeten verkondigen dat het uiteindelijk gaat om het geloof in het concept van de schouwburg. Als je er niet in gelooft dan wordt het nietsIn mijn politieke opvoeding heb ik geleerd dat het in de politiek niet gaat om geloof maar om vertrouwen en met als complement daarvan de politieke verantwoorde lijkheid. Ik geloof geen snars van dat hele schouwburgverhaal dat vanavond aan ons ter beslissing wordt voorgelegd. Dat neemt niet weg dat wij als coalitiepartij de verantwoordelijkheid willen nemen om samen te zoeken naar een oplossingsrichting die het vertrouwen en daarmee de steun van mijn fractie zou kunnen krijgen. Voorzover er dingen mis zijn gegaan ontslaat dat ons echter niet van de verplichting om deze aan de kaak te stellen en tegelijk in te gaan op de vraag van de politieke verantwoordelijkheid. Ik wil in dit stadium alvast een waarschuwing uitspreken aan het CDA, en ook overigens aan de andere partijen. Ik ben zelf christelijk opgevoed. Het is een verzoeking om u te laten overhalen tot het geloof in en de aanbidding van het gouden kalf dat Chassé Theater heet. In de geschriften wordt al voorspeld dat hel en verdoemenis uw deel zullen worden. De toorn van nog een verkiezingsnederlaag zal u zeker treffen, keert terug nu het nog niet te laat is. Dat ter inleiding. Ik heb nog een aantal vragen en dat is sprokkelsgewijs. De commissiebehandeling heeft mijn fractie zeker onvoldoende antwoorden gegeven, maar het gaat te ver om alle discussiepunten, alle vraagstukken, die daar aan de orde zijn geweest hier volledig te herhalen, dus ik heb er een aantal uitgelicht dat in onze fractie van belang is. Het raadsvoorstel wil ons doen geloven in enorme bezoekersaantallen, 256.000, meer nog dan de meest optimistische voorspelling van het N.R.I.T. en Twijnstra-Gudde. In de commissie zijn daarbij door alle fracties kanttekeningen gemaakt. Waar haalt de wethouder in godsnaam al die mensen vandaan, vraag ik me af. Exclusieve grootschalige produkties moeten er komen. Ook in de commissie kon de wet-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 394