22 SEPTEMBER 1994
395
houder geen enkel contract laten zien dat binnen was. Er zou sprake zijn van een musical "Suske
en Wiske" die misschien kansen bood. In het bedrijfsplan lees ik op pagina 34 dat de succesmusical
"Black and Blue", de originele bezetting, uitsluitend en exclusief in Carré en Chassé Breda
- minimaal drie weken - te zien zal zijn. Waar is dan dat contract, kan de wethouder dat tonen,
en wanneer speelt de musical dan en waarom noemt de wethouder deze musical niet in de
commissie? De wethouder heeft in de commissie op vragen geantwoord dat langlopende
monopoliecontracten vaak pas kort voor de tijd worden gesloten en noemde daar een termijn van
twee drie maanden, kort voor dat er feitelijk gespeeld gaat worden. Uit kringen van de
theaterwereld heb ik echter vernomen dat theatergezelschappen geen kostbare investeringen doen.
We moeten dan denken aan decors, de bezetting zelf, het oefenen, dat soort investeringen doen
zij niet omdat deze kostbaar zijn wanneer zij niet ruim van tevoren ondubbelzinnig een contract
op zak hebben. Dat lijkt me een plausibel standpunt. Kan de wethouder nu nog eens uitleggen
hoe het dan wel zit in relatie tot de termijn die hij dan noemt, twee k drie maanden? Ik kan daar
geen geloof aan hechten en ook weinig vertrouwen in uitspreken. De beantwoording van onze
vragen over de dekkingsmethodiek kan ons allerminst bevredigen. Dit nog afgezien van de
principiëlere vraag of de reserveringen met rentebijschrijvingen niet aan heroverweging toe zijn.
Immers, wanneer het krappe corset van de schouwburg straks niet blijkt te passen zal van
terugbetaling in 2001 van de nu voorgeschoten rente geen sprake zijn. We hebben dan ongewild
een gat geschoten in de investeringscapaciteit van een aantal ook zeer gevoelige beleidssectoren
zoals de stadsvernieuwing. Hoe realistisch is dat keurslijf enzal inderdaad kunnen worden gegaran
deerd dat van terugbetaling sprake zal zijn? 2 miljoen moet er komen uit de meeropbrengst van
de Kloosterkazerne. In het raadsbesluit van oktober 1992 was er nog maar sprake van 1 miljoen.
Dat betekent voorzover al realiseerbaar dat er 1 miljoen extra naar het Chassé Theater toevloeit.
Drukt deze extra 1 miljoen nu op de verwervingskosten van het Chassékazeme-terrein als totaliteit
en bereiken we hiermee dat de grondkosten voor het resterende gedeelte straks aanzienlijk hoger
zullen zijn? En welke gevolgen heeft dit dan voor de keuze van de raad dat op het Chasséterrein
een belangrijk deel sociale woningbouw gerealiseerd moet worden? Is die straks nog mogelijk
en is die nog betaalbaar? Kan de wethouder ons nog eens uitleggen hoe het met de exploitatiecijfers
is gegaan vanaf eind 1993? In de commissie heeft hij gezegd dat er eind 1993 al een proeve van
een begroting lag die een negatief beeld vertoonde. Vervolgens lag er in mei 1994 een concept
bedrijfsplan met eveneens een negatieve exploitatie. Wilt u aangeven of dit plan in mei hetzelfde
was als de proeve van eind 1993 en wat zijn dan de eventuele verschillen? Tijdens de beantwoording
in de commissie zegt u dat het bedrijfsplan van mei de aanleiding was om Twijnstra-Gudde in
te schakelen. Dat was toch al overeengekomen in het programakkoord, dat een onafhankelijke
doorlichting zou plaatsvinden? Het lijkt me wat bezijden de waarheid om dan te zeggen dat het
uitsluitend dat negatieve resultaat in mei zou zijn. En waarom heeft de wethouder al die tijd geen
aanleiding gezien om de raad of de commissie te informeren? Op 24 mei heeft mijn fractie u vragen
gesteld ex artikel 48. Ondermeer vroegen wij u of de exploitatie binnen het door de raad
vastgestelde budget zou blijven en op 13 juni antwoordt het college ons dat, en dan citeer ik:
"eventuele extra voorziene exploitatielasten niet tot overschrijding van het budget mogen leiden"
Gelet op de beantwoording in de commissie wist de wethouder toen al dat er een overschrijding
aan zat te komen. Zijn beantwoording in onze richting noem ik dan ook misleidend. Datzelfde
geldt voor het onafhankelijk onderzoek dat zal plaatsvinden. Eveneens in dat schrijven van 13
juni geeft u aan dat het college de voorbereiding voor dat onafhankelijk onderzoek in gang heeft
gezet en op korte termijn een dergelijke doorlichting zal kunnen opdragen. Tot mijn verbazing
lees ik in het rapport Twijnstra-Gudde 1ik zal het maar zo noemen, dat zij al vanaf 27 mei feitelijk
met dat onderzoek bezig zijn. Wat is er eigenlijk gaande, houdt de wethouder ons aan het lijntje,
liegt hij ons voor, dat zou erg zwaar zijn, misleidt hij ons of zou het soms kunnen dat hij zelf niet
weet wat er binnen zijn portefeuille aan de hand is? Waarom heeft hij ons niet ingelicht? Waarom
heeft hij tijdens de college-onderhandelingen, D66 heeft daarnaar ook gevraagd, van april 1994