22 SEPTEMBER 1994 397 middelen voor alleen dat gebouw, die accommodatie, zoveel mogelijk te beperken. Wij vinden het daarom van groot belang dat de directie zich heel duidelijk committeert, zoals de wethouder dat zelfheeft gezegd, aan zowel de exploitatieopzet als de bezuinigingstaakstellingIk moet zeggen dat ik het met de vorige sprekers eens ben dat wij de brief van de heer Ten Zijthoff met zijn commitment op z'n minst erg zuinig geformuleerd vinden. Het heeft er toch wel heel sterk de schijn van dat die brief fors is afgedwongen en wat dat betreft zou ik nogmaals hier in de raad nadrukkelijk een nadere toelichting willen op dat commitment van die directie. Ik denk dat het verder, zeker ook gezien de ontwikkelingen in de afgelopen jaren, van het grootste belang is dat het college en in het bijzonder de wethouder van Cultuur zijn sturende taak waarmaakt, want anders vrees ik dat wij hier over kortere of langere termijn opnieuw zullen zitten met weer opnieuw een extra exploitatietekort. Dan kom ik op de dekking van de extra gelden zoals die zijn aangegeven in het voorstel. Ik wil daarover toch nog een paar opmerkingen maken. In de eerste plaats het verhaal van de rente-opslag zoals dat door de wethouder van Financiën in de commissie naar voren is gebracht. Hij heeft gezegd: die rente gaat nu wel weer omhoog maar wij hadden die leningen tegen die rente van 6,5 al veiliggesteld, die waren al afgesloten. Dat kan dan wel zo zijn. Ongetwijfeld, en dat herinner ik mij ook vanuit de commissie Financiën, is het zo dat wij op het moment dat de rente vrij laag was, als gemeente van die situatie gebruik hebben gemaakt om extra geld te lenen, maar ik wil dan toch opmerken dat die gunstige rente dan ten voordele was van de complete algeme ne dienst. Als wij nu leningen gaan doorschuiven naar een eventuele geprivatiseerde "Chassé- constructie", zal ik maar zeggen, dan verliest de gemeente juist die gunstige leningen tegen dat lage rentepercentage en dat betekent dan toch dat de renteopslag voor de algemene dienst op zich omhoog zal moeten gaan in de komende tijd en dan blijft daar mijns inziens toch een extra financiële tegenvaller liggen. Een verdere dekking voor de financiële tegenvallers uit het Chassé komt uit het minder bijschrijven van rente aan de reserves. Ik wil hier nogmaals zeggen dat onze fractie dat een merkwaardige techniek vindt, maar op zich is het als noodgreep acceptabel om dat nu te doen, maar ik wil twee opmerkingen daarbij maken. In de eerste plaats betreuren wij het zeer dat er dan ook middelen moeten komen uit het fonds Stadsvernieuwing, want daar is al een moeilijke situatie ontstaan, zeker als wij dat op langere termijn gaan zien, waar er toch sprake is van een afbouw van de komst van middelen vanuit het Rijk. Zodra er enige meevallers zullen verschijnen, ik moet u eerlijk zeggen, u weet hoe ik daarover denk, ik heb daar persoonlijk vooralsnog een hard hoofd in, maar als dat zo zou zijn, als de optimisten nu toch eindelijk gelijk gaan krijgen, dan vinden wij dat het fonds Stadsvernieuwing toch wel als eerste in aanmerking moet komen om die voordelen teruggestort te krijgen in die reserve. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Bij interruptie, maar mijnheer Van de Steenoven, heeft u er nu niet genoeg al uitgehaald met uw koehandel? Ik bedoel, die tijd is nu toch voorbij? De heer VAN DE STEENOVEN Ik begrijp niet wat dit met koehandel te maken heeft. Ik constateer Mevrouw CROFT-MITTELMEUER U vraagt nu, als er een meevallertje is, dat dat maar naar stadsvernieuwing moet gaan en u heeft al wat andere dingen af kunnen dwingen in uw onderhandelingen, ik bedoel, u moet er toch een keertje mee ophouden denk ik nu. De heer VAN DE STEENOVEN Vindt u dan stadsvernieuwing niet belangrijk? UÉÜ

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 397