22 SEPTEMBER 1994 405 De heer BOKKELKAMP Als ik dan nog verder kijk naar de controll-variant: een van de belangrijkste elementen is: blijven binnen het investeringsbedrag, en het ziet er op dit moment naar uit dat we dat inderdaad blijven, we hopen ook dat we erbinnen blijven en wat dat betreft is dat al één van de belangrijke criteria, ook in het kader van de totale exploitatie in de toekomst. Een laatste opmerking, een vraag met betrekking tot het onderwerp: de VVD-fractie maakt zich ondanks alle sussende woorden van het college ernstig zorgen over de voortgang van het project. Wij vragen u ons te garanderen met alle mogelijke politieke consequenties van dien dat de schouwburg op het geplande tijdstip gereed is. Samenvattend: het voorstel op zich heeft vele elementen waar wij ons onder kunnen scharen, alleen bij twee hele belangrijke elementen, de P.P.P.-constructie en de horecaexploitatie, voldoet u niet aan onze inzichten en wat dat betreft wachten wij gewoon uw antwoorden af in de eerste termijn. De heer BOER Aansluitend bij mijn fractie concludeer ik dat dit de vierde of de vijfde keer is dat er serieus over de exploitatie van de nieuwe schouwburg wordt gediscussieerd. Te beginnen met het gebouw op het van Coothplein van 18 miljoen met vierhonderdduizend bezoekers en een exploitatielast van 2 V2 miljoen in 1989 tot het gebouw op de Claudius Prinsenlaan van 60 milj oendriehonderdvij f- tigduizend bezoekers en een exploitatielast van 6V2 miljoen in 1994. In alle gevallen is het aantal zitplaatsen gelijk gebleven. In vijfjaar tijd zijn er vier of vijf serieuze besluitvormingen van het college en de gemeenteraad. En elke keer is de besluitvorming anders. Indien een persoon over een bepaald onderwerp vier of vijf keer een ander verhaal vertelt dat bovendien steeds duurder wordt dan is die persoon een fantast of een oplichter. In beide gevallen doet men geen zaken meer met zo'n persoon en dat is ook onze insteek. Wij weigeren uw voorstellen over de schouwburg nog langer serieus te nemen net zoals u de raad niet serieus neemt. Er wordt bewust of onbewust een spelletje gespeeld, dat er uiteindelijk op neer komt dat er een niet te verteren dure schouwburg in Breda is gebouwd. In vier of vijf stappen is de raad als een koe met een ring bij de neus genomen. Wij zijn tegen deze dierenmishandeling en doen dus niet mee. Wat we wel zien is iets anders. Bij de bouw van het Stadskantoor is bij het vaststellen van de prijs, 41 miljoen gulden, door de betreffende wethouders gegarandeerd dat het niet hoger zou uitkomen en ze hebben daarbij een belofte gedaan. Indien zij hun uitspraak niet gestand zouden doen dan zouden ze respectievelijk kippen en/of honden gaan houden. In ieder geval zouden ze dan geen tijd meer hebben om wethouder te zijn en aftreden. Van nabij heb ik meegemaakt hoe groot de moeilijkheden zijn geweest om hun woord gestand te houden maar het hield stand. Dat leert ons dat daar waar het college een uitspraak doet die begeleid moet gaan worden door een waarborg, het college serieus genomen kan worden. Daar waar deze ontbreekt zal te allen tijde het vertrouwen in het college ijdel blijken te zijn. Dat zal ook van nu af aan onze leidraad zijn bij de besluitvorming van het college. Elke keer zullen wij u bij belangrijke zaken vragen ons vertrouwen te geven in uw voorstellen door in eigen vlees te snijden. Als u bijvoorbeeld in uw Rioolbeleidsplan aangeeft dat de burgers daarvoor 300,— per jaar kwijt zullen zijn in de toekomst, en dat is vreselijk veel, dan vragen wij de betreffende wethouder of hij, want een zij is er niet, bereid is uit eigen portemonnee een x-bedrag, zeg 1.000,-- per maand, aan het Rioolfonds te betalen, als het niet zo isAls dat zo wordt toegezegd en in de raadsnotulen wordt vastgelegd, hebben wij vertrouwen in de zaak. Zo niet, dan is ons wantrouwen terecht. Hoewel in de schandalige schouwburgkwestie nooit een waarborg is gegeven vinden we dat iedereen die voor deze dure schouwburg is geweest tegenover de burgers van Breda de morele verplichting heeft achteraf mee te betalen. Omdat de misser vanuit ons standpunt ongeveer 4 miljoen per jaar bedraagt en er ongeveer 30 raadsleden voor zijn geweest kost deze misser ongeveer 125.000,-- per jaar per voorstemmer. Daarom stellen wij het college voor dat het college in haar geheel aftreedt en terugkomt met vijf wethoudersWie er af moet vallen laten we geheel aan het college over. Indien het wachtgeld uit een andere pot

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 405