22 SEPTEMBER 1994 407 heeft gestopt. Dus met andere woorden, je moet de uitslag van uw enquête, dus 419 mensen, delen door zeven. Klopt dat? Mevrouw CROFT-MITTELMEUER Nou, niet altijd, Een aantal mensen heeft dus het hele college in de doos doen verdwijnen en een aantal mensen heeft expliciet de schuld bij één of bij twee neergelegd. DE VOORZITTER Maar ik heb dus begrepen datje in ieder geval het getal van 419 mensen, de stemmen die u heeft geteld, gegeven uw verhaal van het succes, door ongeveer vijf gemiddeld moet delen, dus dat tachtig mensen hebben meegedaan. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Ongeveer, dat kunt u stellen. Wethouder VAN FESSEM De essentie van het onderwerp van vanavond is de vaststelling van de exploitatie van het Chassé Theater dat over een halfjaar in gebruik wordt genomen. Daarbij komen twee belangrijke vragen aandeorde. Waarom overstijgthetexploitatietekortdedooruw raad vastgestelde randvoorwaarden in 1992 of, zoals anderen het kortweg formuleren, hoe is het zo gekomen, en de verantwoorde- lijkheidc.q. de verwijtbaarheid. Ik kom daar uitgebreid op terug. De exploitatie dus vanhet gehele theatercomplex: dat is het toekomstig gebruik, de instandhouding, de kapitaallasten en de dekking daarvan. Ondertussen gaan bouw en inrichting voort en ondanks alle negatieve publiciteit blijven de verwachtingen hooggestemd die wij, college, directie en sponsors, hebben van het nieuwe theater-concept dat zowel voor de podiumkunsten als voor het publiek veelbelovend is. Ik spreek dus ook over de kansen voor Breda en de Bredanaars. En ook om voor de komende decennia verzekerd te zijn van niet minder dan een zeer aantrekkelijk en functioneel theatercomplex voor schone kunsten en ook voor aanstekelijk vermaak. Aanvankelijk is er een eendrachtige besluitvor ming in de raad aangaande de marsroute die was in te slaan op basis van de nota Podium van Morgen. Daarna kwamen de eerste heftige verschillen van mening over de plaats en de omvang van het nieuwe theater en vooral wat het de stad mocht kosten. De beslissing van uw raad op 22 oktober 1992 voor het nieuwbouwproject trok opnieuw diepe sporen van verdeeldheid. Ook nadat de raad zijn besluit heeft genomen blijft het project in woelig vaarwater, een speelbal van politieke strijd en gehakketak en het blijft een uitdagend project dat door architect, aannemercombi natie en bouwmanagement gerealiseerd gaat worden. Om dan steeds op de juiste koers te blijven is een opgave waarvan ik de omvang als vers aantredend wethouder vooraf niet vermocht te bevroeden. Dat het project straks toch geslaagd zal heten, ik zei het al eerder, betwijfel ik ook nu nog geen moment. Politiek overleven is een andere vraag, nu sommigen van u publiekelijk mijn politieke hoofd vragen. Daar lijkt aanleiding toe. De exploitatie vanhet theater kannietzonder extra bijdrage van de gemeente. De directie vindt dat en ook een extern adviesbureau is die mening toegedaan. De gemeentesecretaris heeft er als hoofd van de concerndiensten na een grondige analyse verstandige dingen over gezegd. Er moet geld bij. Minder dan de directie wil, maar genoeg om voldoende zekerheid te bieden dat het vraagstuk van de exploitatie niet terugkomt op de raadsagenda. De voorgestane verzelfstandiging van het complex krijgt zo bovendien een goede kans van slagen. De politieke pijn zit in het gevraagde extra geld. Bij het raadsbesluit van 1992 was door uw raad een harde maximumlijn aangegeven. We moeten De heer SCHRODER Bij interruptie, mag ik de wethouder eens vragen: u zegt zojuist dat de oplossingsrichting, u hebt dat niet zó gezegd, in ieder geval zodanig moet zijn dat het onderwerp niet opnieuw terug op de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 407