23 FEBRUARI 1994 38 De aanpak van de binnenstad begint nu met rasse schreden te naderen. De VVD wil uw college complimenteren met het resultaat dat is bereikt in het overleg met het bedrijfsleven over de kostenverdeling. Van beide zijden is verstandig onderhandeld en het resultaat mag wat ons betreft landelijk als voorbeeld gelden. Op uw college drukt nu de zware verantwoordelijkheid om de daaruit voortvloeiende werkzaamheden met de nodige spoed en zorgvuldigheid aan te pakken. Kan het college ons verzekeren dat alle maatregelenzijngenomenopdathetnoodzakelijkebestemmingsplan dat ten grondslag moet liggen aan alle verdere wettelijke procedures, tijdig gereed is? Ook in dit verband een opmerking onzerzijds die eveneens verband houdt met het ambitieniveauWij vragen ons af: is het wel verstandig om thans, met zoveel onzekerheid omtrent de bijdragen van het Rijk voor de projecten die nu op stapel staan, in allerlei gemeentelijke brochures hoge verwachtingen te wekken over mogelijke toekomstige ontwikkelingen? Natuurlijk, ook wij zullen blij zijn en vele Bredanaars zullen ons dankbaar zijn voor het terugbrengen van bijvoorbeeld de oude haven, maar getuigt het niet van meer realiteit om naast die prachtige impressies ook een passage op te nemen dat voorwaar niemand binnen het gemeentebestuur vooralsnog weet hoe dat moet worden bekostigd? Je nek uitsteken en daarmee verwachtingen wekken is verdedigbaar, maar het keert zich onherroepelijk tegen je wanneer je je eigen grenzen daarbij niet in acht neemt. Herstel van dat stukje historisch stadshart wordt door ons van harte toegejuicht, laat daarover geen enkel misverstand ontstaan, maar vooralsnog moeten wij vaststellen dat de financiële consequenties ons nog ver boven de pet gaan. Wij naderen namelijk met deze kadernota naar ons gevoelen de grenzen van ons financieel kunnen. Of heeft uw college mogelijk indicaties, dat ook voor dit project rijksmiddelen in aantocht zijn? Graag zagen wij dat de middelen voor de huisvesting van het nieuwe museum al in zicht zouden zijn. Ook dat zou voor de VVD een belangrijke doelstelling zijn in de komende periode. Nu ik toch ben ik aangeland bij cultuur, zou ik graag antwoord willen hebben van uw college, hoever u inmiddels bent gevorderd met de gedachtenontwikkeling omtrent de privatiseringsaspecten rond de nieuwe schouwburg. Het is wat stil aan dat front en onlangs verscheen een vacature in de dagbladen aangaande een horecamanager. Wij hopen niet dat wij daaruit de conclusie moeten trekken dat er over privatisering van exploitatieonderdelen niet meer valt te praten. Terzijde graag een reactie op de constatering dat het ook rond de voortgang van de Catharinastraatop ditmoment akelig stil is, kan de betrokken woningbouwverenigingditproject wel aan? Wanneer zal naar uw oordeel de daadwerkelijke verbouwing aanvangen? Onze stad zal het komend jaar een uiterste inspanning moeten leveren om de woningbouw enigszins op peil te houden. Wij kunnen er mee instemmen dat alle locaties tot het uiterste worden benut en alle wettelijk toegestane procedures worden gehanteerd om de realisering van woningbouwprojecten te versnellen. Elke woning, ook die op basis van artikel 19, is er één en de omvang van het aantal woningzoekenden in nagenoeg iedere categorie vraagt om een dergelijk aanpak. Ik zei het daarnet al, de VVD is van opvatting dat met deze kadernota de grenzen van ons financieel kunnen in zicht komen. Veel zal afhangen van de bijdragen die het Rijk ons ter beschikking zal stellen. Dat bepaalt straks ook de mate van inzet van onze eigen middelen. Mocht de rijksbijdrage onverhoopt tegen vallen dan zal de nieuwe raad zijnprioriteiten opnieuw moeten stellen. Met andere woorden: alsnog de tering naar de nering zetten. En de VVD-fractie zal zich daarbij consequent vasthouden aan twee uitgangspunten: een sluitendebegroting en geen structurele lastenverzwaring voor de burgers Ik sluit af met een indringende wens. Wij willen het vandaag niet meer hebben over een hardere aanpak van de criminaliteit en we willen ook niet meer onze zorg uitspreken over de wassende stroom mensen die uit het arbeidsproces worden gestoten, wij hopen dat in de volgende raadsperiode de nieuwe raad de totale oorlog verklaart aan deze beide zaken. Het onvervreemdbaar recht van ieder individu om zich veilig en beschermd te weten alsmede het onaantastbare recht op zelfont plooiing middels werk naar eigen inzet en kunnen, verlangt naar ons oordeel een raadsbrede oorlogsverklaring aan beide zaken. Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is. Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Bolkestein jongstleden weekend uitgesproken in Venlo: wij prefereren de warmte van een baan boven de kilte van een uitkering. Dat impliceert echter geenszins en ik

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 38