22 SEPTEMBER 1994 413 geïnvesteerd en gebouwd in het theatercomplex voor nu en een lange toekomst. Wij geloven erin, we houden er onverkort aan vast. Ik kom tot hetgeen, en dat is het laatste in het verhaal, uw raad gevraagd wordt te besluiten. De oplossing van de problematiek is verwoord in het besluit. Dit is uitvoerig in de commissie aan de orde geweest. Rest mij hier stil te staan bij de punten twee en vijf. De PvdA, de heer Van de Steenoven, en mevrouw Boidin hebben gevraagd punt twee anders te lezen of te schrappen, te lezen als: kennisnemen van. Het college heeft met de opname in het concept-besluit van punt twee nadrukkelijk aan willen geven dat ze is gaan zitten op de lijn van het door de gemeentesecretaris en zijn concerndiensten gegeven advies. Weglating raakt niet de kern van de voorgestelde besluitvorming maar onttrekt het zicht op de achterliggende bedoelingen. Het kan zo ook als de door uw raad vastgestelde richtingsmogelijkheden voor de bezuinigingen dienen, in de bijlage aangegeven. Ten aanzien van het punt vijf a en b wijs ik op de tekstverbetering die naar aanleiding van de discussie in de commissie is aangebracht en ten aanzien van de reservebenutting en de effecten daarvan op het fonds Grote Werken en het fonds Stadsvernieuwing verwijs ik u naar wat mijn collega Financiën hierna zal aangeven. Dan nog punt zeven van de besluitvorming. Het woord "vervolgens" is vervangen door "in het uiterste geval" Het college blijft erbij dat het geen preprioriteit is want hij zal u worden aangeboden. Overigens is deze wethouder optimistisch en hoopt steeds met u dat wij een goed bedrag krijgen voor de Kloosterkazerne, maar voor wat betreft de bedrijfsmiddelen 1995 is echt bedoeld: in het uiterste geval, zoals het er ook staat. Overigens ligt het in de bedoeling om in oktober met een invullings- voorstel te komen. Wat rest na aanvaarding door uw raad is de constatering, zoals door sommigen van u ook naar voren is gebracht, dat er een zware opdracht ligt voor het college en de directie, onder mijn leiding, om eendrachtig een stappenplan uit te voeren binnen de voorwaarden van uw te nemen besluit. Het CDA vraagt hier naar, D66 ook. Hierinzullen alle activiteiten met betrekking tot de ingebruikneming van het Chassé Theater integraal aan de orde komen. Als voorbeelden noem ik uitwerking marketingplan naar doelgroepen en middelen en wat betreft publiciteit en promoting de uitwerking van de tactiek en de tijdsplanning. Fondswerving, aantrekken raad van commissarissen, opstellen directiestatuut, directiereglement, overige begeleiding van de verzelfstandiging, diverse acties voor het opstellen van programmeringsplannen, zoals grootschalige bespelingen, zomerprogrammering en ontwikkeling van programmering van evenementen. In de commissie van oktober kom ik hierop graag met u uitvoerig terug. Breda beschikt vanaf maart 1995 over een schitterend theatercomplex. Nog even en hetgeen uw raad in 1992 heeft beslist wordt werkelijkheid. Zoals ik het nu inschat zal het even duren voordat het op volle capaciteit zal draaien. De voorstellingen, de evenementen, de congressen en de horeca. Het is niet voor niets dat wij onze marketinginspanning de komende tijd nog verder zullen intensiveren. Duidelijk is nu al dat het theatercomplex binnenkort niet meer weg te denken zal zijn in dit deel van Brabant. Niet langer als steen des aanstoots, maar als plaats waarnaar men elkaar fier verwijst. Daar zullen wij aan moeten wennen, maar uiteindelijk sluiten wij het in ons hart. Als rechtgeaard Bredanaar twijfel ik daar geen moment aan. Ik wil nog een aantal De heer SCHRODER De wethouder herhaalt dat maart 1995 de datum is die wordt gehaald, 1 maart 1995. Wethouder VAN FESSEM Ik kom daar nog op terug. Mevrouw Boidin vraagt nog of een horeca B.V. die mogelijk opgericht gaat worden gevolgen gaat hebben. Als daaraan gevolgen zitten lichten wij altijd daarover uw raad in. Het is puur een mogelijkheid om binnen CAO's en commercieel te werken. Het verhaal van Elsevier: Groen Links heeft de verslaggever gebeld en de verslaggever zegt dat één van de begeleiders de heer Inniger is geweest en wij weten wie het wel is geweest. Dus ik weet niet hoe het nu allemaal zit maar ik denk dat het een beetje zinloos is om daar nu hier op in te gaan. Wij hebben een verklaring. Ik spreek de heer Ten Zijthoff daarover uiteraard nog en ik zal hem zeker

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 413