22 SEPTEMBER 1994 416 van Financiën tot voorstel is verheven. Ik heb ook hier geen behoefte, mijnheer Bokkelkamp, om verder in te gaan op de onderhandelingen die hebben plaatsgevonden. Ik heb gezegd dat ik uw zorg deelde, het zal niet alleen de zorg van de VVD zijn dat er geld bij moet. Uw berekening van 30 miljoen De heer BOKKELKAMP De collegepartijen heb ik er niet over gehoord. Wethouder VAN OS Neen, maar ik geef op dit moment antwoord, mijnheer Bokkelkamp. Uw berekening van 30 miljoen gaat mijn pet te boven. Gelukkig maar, dus uw zorg is iets minder. De heer BOKKELKAMP Wij ook, maar ik zei ook dat het zo'n globale, losse berekening was. Wethouder VAN OS Heel erg los, mag ik wel zeggen, en het is ook duidelijk dat er in de onderhandelingen wat de wethouder van Financiën betreft geen geld bij gemaakt is, want daartoe zijn wij nog steeds niet in staat en het college zal u bij de Kadernota 1996 voorstellen doen ter zake. Ik heb inderdaad gezegd: eens maar nooit weer, ikblijfbij die uitspraak, maar ikheb die uitspraak ook wel degelijk gekoppeld aan een discussie over reserves en voorzieningen en de methodiek voor rentebijschrij vingen op dat terrein. De fractie van Groen Links: daar wil ik, denk ik nog even een misverstand recht zetten. Het is niet de bedoeling dat de rènte door de schouwburg wordt terugbetaald. Het is zo, als de hoeveelheid rente die wij nodig hebben om het exploitatietekort bij te passen daalt, betekent dat dat wij daar ook een kleinere reserve tegenover kunnen gaan hebben dan de huidige 13,2 miljoen en dat deel van de reserves, die 13,2 miljoen die wij niet meer nodig hebben omdat wij minder nodig hebben, zal dan weer volgens het raadsbesluit terug vloeien naar de posten waar het is uitgehaald. De PvdA, mijnheer Van de Steenoven: u heeft natuurlijk gelijk, dat heb ik ook niet ontkend denk ik in de commissievergadering, met uw betoog rond de rente-omslag en 6,5 Ik zou u op dit moment nog niet op voorhand toe willen zeggen dat het dan per definitie allereerst naar het fonds Stadsvernieuwing moet gaan. Ik zou dat willen koppelen aan de discussie die wij met elkaar gaan voeren over alle reserves en voorzieningen en ik denk dat wij dan de politieke discussie zouden moeten voeren waar wij het primair naar terug zouden willen laten vloeien. Ik ben ingegaan op het woord preprioriteit en bedrijfsmiddelen. Volgens mij heb ik daarmee de vragen beantwoord. De VOORZITTER Dan heeft wethouder Maas gevraagd om zijn minderheidsstandpunt te mogen toelichten. Wethouder MAAS De wethouder Cultuur heeft zijn betoog twee jaar geleden beëindigd met: je moet er in geloven. Wij kunnen nu kennis nemen van het feit dat dat geloof ons nu bijna 2 miljoen 's jaarlijks gaat kosten. In zo'n situatie zou je verwachten dat dat geloof enigszins aan kracht gaat inboeten, maar niets is minder waar. Bijna raadsbreed tot en met de heer Van de Steenoven toe, gaat hij uit van een situatie dat het wel haalbaar is en sterker nog, dat er eventueel zelfs inverdiend zou kunnen gaan worden. De heer Van de Steenoven voegt daar aan toe, dat het dan naar het fonds Stadsvernieuwing toe moet. Als dat geloof zo gaat uitbreiden, dan denk ik dat wij hier binnenkort met de raad in de kerk kunnen gaan vergaderen, gezien uw attitude in de richting van de christelijke medemens, volgens mij voor u ook geen gewenste optie. Ik beperk mij liever tot de cijfertjes en dan wil ik met name reageren op de bezoekersaantallen zoals die in het raadsvoorstel zijn genoemd,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 416